De toekomstige ontwikkeling van Ultradiepe Geothermie (UDG) in Nederland wordt de komende jaren onderzocht in de Green Deal UDG. Er zijn inmiddels vijf onderzoeken afgerond over de diepe ondergrond en in zes UDG-consortia in Nederland is meer (onderzoeks)ervaring opgedaan. Op 1 oktober 2019 was het tweede seminar over de voortgang van deze Green Deal die door ruim 150 deelnemers van overheden, kennisinstituten, consultants, grote warmteafnemers en ontwikkelaars werd bezocht.
Kalksteenlagen uit het Dinantien, uit het zogenaamde Onder-Carboon tijdperk, kunnen mogelijk als bron dienen voor aardwarmtewinning uit de ultradiepe ondergrond. Omdat deze lagen zich behoorlijk diep in de Nederlandse ondergrond bevinden, vanaf 4000 meter, zijn er weinig boringen gedaan en is er in beperkte mate seismische data beschikbaar. Daardoor bestaat er tot nu een grote onzekerheid over deze vorm van aardwarmtewinning.
Green Deal UDG
In 2016 is de Green Deal Ultradiepe Geothermie opgezet door EBN, TNO, ministeries van EZK en I&W en 7 UDG consortia. Doel van deze Green Deal is om gezamenlijk antwoord te zoeken op de vraag of UDG in Dinantien kalkstenen op 4000 meter en dieper in Nederland veilig en verantwoord mogelijk is, en of dit een substantiële toekomstige bijdrage zou kunnen leveren aan de duurzame warmtevoorziening voor met name lichte industrie.
Uitvoering UDG Exploratie Werkplan fase 1 (SCAN Dinantien)
Sinds eind 2018 worden, onder EBN coördinatie, 12 studies uit het UDG Exploratie Werkplan (EWP) uitgevoerd om de onzekere factoren over de ultradiepe aardlaag Dinantien en aardwarmtewinning vanaf 4000 meter diep te onderzoeken. De 12 onderzoekstudies richten zich op deze diepe aardlagen en op de geschiktheid voor aardwarmtewinning op die diepte. De onderzoeken worden gefinancierd uit het onderzoeksprogramma SCAN onder de naam ‘SCAN Dinantien’.
De eerste vijf studies zijn inmiddels afgerond over seismische kartering, er zijn petrofysische analyses gedaan, studies naar facies en diagenese (karst), breuken karakteristieken, analyses op productiviteit en vermogen. Er zijn studies gedaan naar seismiciteit en er is een Risk Register voor UDG-boringen opgezet.
De studies in deze eerste fase van het EWP zijn veelal op landelijk niveau. In de volgende fases van het EWP kunnen deze door de UDG-consortia gebruikt en verfijnd worden voor studies en modelleringen op regionale en lokale schaal. Hiervoor is eerst een ‘go/no-go moment’ nodig als eerste moment van in totaal vijf ‘go/no go momenten’ in het EWP. De studies die zijn en worden afgerond worden gepubliceerd op NLOG, te vinden via https://scanaardwarmte.nl/resultaten/.
Klik hier voor meer informatie & resultaten uit eerder onderzoek.