Tholen - De Nederlandse land- en tuinbouw en visserij is wereldwijd toonaangevend. Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit laat weten dat het de ambitie van het kabinet is deze positie te behouden, ook over 50 jaar. Tegelijkertijd staat Nederland voor een aantal grote maatschappelijke uitdagingen, zoals bijvoorbeeld uitputting van de bodem of een verlies aan biodiversiteit.
Om deze uitdagingen het hoofd te bieden, kiest Carola Schouten, minister van LNV voor een omslag naar kringlooplandbouw in 2030. Kern van de door haar gepresenteerde visie is dat de kringlooplandbouw recht doet aan de natuur en ook een goede boterham oplevert. De minister legt hieronder in een uitgebreid interview uit wat de verduurzaming van de productie inhoudt voor de Nederlandse AGF-handel die toch voornamelijk gericht is op grootschalige productie voor export.
Schuilt er geen gevaar in het (voorgestelde) beleid waar het gaat om een eenzijdige focus op het lokaal geproduceerde (en geconsumeerde) product terwijl in Nederland een groot gedeelte van de groenten- en fruithandel betrekking heeft op (re-)export? Zo meldt het GroentenFruit huis dat Nederland voor 11,3 miljard euro aan groenten en fruit exporteerde naar 152 landen.
Deze twee hoeven elkaar niet uit te sluiten. De LNV-visie Waardevol en verbonden wil juist graag ruimte laten voor diversiteit in agrarische bedrijvigheid met ondernemers die inzetten op voedselproductie voor de lokale markt en anderen die kansen zien voor de export naar de wereldmarkt.
De Nederlandse land- en tuinbouw en visserij is wereldwijd toonaangevend en het is de ambitie van het kabinet deze positie te behouden, ook over 50 jaar. Het gaat er echter om dat we niet alleen economisch efficiënt produceren, maar ook ecologisch efficiënt. Dit doen we door voortdurende verlaging van het gebruik van grondstoffen.
De Nederlandse land- en tuinbouw zijn sectoren die steeds weer innoveren en leidend zijn in de wereld. Deze sectoren hebben daarmee een goede uitgangspositie om uit te groeien tot koploper om maximaal te produceren met zo min mogelijk grondstoffen en daarmee koploper in kringlooplandbouw te worden.
Denk bijvoorbeeld aan de glastuinbouw, die inmiddels veelal een circulair systeem hebben. Met onze kennis en producten kunnen we voor andere landen een voorbeeld zijn in het efficiënt produceren van voedsel in kringlopen. Die rol kunnen we alleen pakken als speler op de wereldmarkt.
We zijn en blijven een exportland. Wat we wel moeten doen, is samenwerken met producenten uit landen waar de producten vandaan komen. Met onze kennis en kunde kunnen wij een rol spelen bij de verduurzaming van de productie in verschillende landen.
Schaalvergroting is een hot item. Bijvoorbeeld banken geven aan dat in de huidige tijd volume nodig is om goed mee te kunnen doen en efficiënt te kunnen werken. Het werkt kostprijs verlagend. Tegelijkertijd is er weerstand tegen deze tendens vanwege de milieu-impact. Hoe ziet u de verhouding tussen kostprijsverlaging en duurzaam produceren?
De eenzijdige focus op kostenverlaging (en productieverhoging) heeft geleid tot druk op de leefomgeving. Dat is in Nederland te veel ten koste gegaan van biodiversiteit, milieu, kwaliteit van drinkwater en de aantrekkelijkheid van het landschap.
Het draagvlak om een nieuwe weg in te slaan wordt steeds groter: van een voortdurende verlaging van de kostprijs naar een voortdurende verlaging van grondstofverbruik.
In Nederland zijn we ambitieus: de voedselvoorziening moet én economisch én ecologisch efficiënt zijn. We willen kunnen voorzien in de behoefte aan voedsel, met zomin mogelijk gebruik van grondstoffen en een verantwoord gebruik van hulpbronnen. Het is de kunst om te zoeken naar oplossingen die én zorgen voor een duurzamere productie én goede kansen geven aan ondernemers om daar een gezonde boterham mee te verdienen. Zodra het één ten koste gaat van het andere is dat op den duur niet vol te houden. Landbouwproducten kunnen best in grote volumes geproduceerd worden, als dit op een duurzame manier gebeurt. Kringlooplandbouw maakt het mogelijk kosten te besparen en zo min mogelijk negatieve impact te hebben op biodiversiteit, natuur, klimaat en landbouwhuisdieren.
Het Europese Hof van Justitie oordeelde in juni 2018 dat de gewassen verkregen met cisgenese of gene-editing onder de GGO-regeling vallen. Zouden niet juist deze technieken een bijdrage kunnen leveren aan het duurzamer produceren en zet u stappen om tot een andere Europese wetgeving op dit gebied te komen?
Nieuwe plantveredelingstechnieken brengen duurzaamheidskansen met zich mee en kunnen de ambities op het terrein van een duurzame landbouw versnellen. Denk bijvoorbeeld aan weerbare gewassen die beter tegen droogte of hitte kunnen. Of gewassen die resistenter tegen ziekten en plagen zijn waardoor minder gewassenbeschermingsmiddelen nodig zijn. Via klassieke veredeling duurt de ontwikkeling van nieuwe rassen vele jaren, dit proces kan met behulp van precisietechnieken worden versneld.
De uitspraak van het Europese hof over de reikwijdte van de regelgeving voor genetisch gemodificeerde organismen (GGO) betekent dat de nieuwste biotechnologische precisietechnieken, waaronder Crispr-cas, onder de huidige regelgeving voor GGO’s vallen. Voordat we de mogelijkheden van gene-technieken volwaardig kunnen gebruiken zal er dus gekeken moeten worden naar de Europese wetgeving. Onlangs heb ik in de Europese Raad een voorstel gedaan om de GGO-regelgeving te herzien. Deze oproep heeft brede steun gekregen waardoor nu bij de Europese Commissie gepleit kan worden om het onderwerp daadwerkelijk op te pakken. Het mandaat om de regelgeving aan te passen ligt namelijk bij de nieuwe Europese Commissie. Ik blijf mij inzetten om het onderwerp hoog op de agenda te houden en zo richting een Europese wetswijzing te werken.
Voor sommige producten is het lastig zich te onderscheiden – wij noemen als voorbeeld de komkommer. Hoe kunnen dit soort generieke producten zich onderscheiden anders dan met een lage kostprijs?
Duurzame productie zal niet alleen in Nederland maar ook wereldwijd steeds belangrijker worden. Producten zoals komkommers worden veelal geëxporteerd naar het buitenland. Door op duurzame wijze te produceren, kunnen dit soort producten zich profileren ten opzichte van andere landen. Een aantoonbaar duurzame manier van produceren biedt dan marktkansen. In Nederland hebben we hier veel kennis en ervaring in. Voorbeelden daarvan zijn de stappen die we zetten op het gebied van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, beter bodembeheer voor open teelten en vermindering van het energiegebruik in kassen.
Over lage kostprijs gesproken, zou het kunnen zijn dat Nederland te duur wordt om te telen? Wat is uw visie daarop en hebben het inzetten op niche-producten en robotisering daarin een rol?
Ik zie verschillende routes naar kringlooplandbouw en daarmee een grotere duurzaamheid. Het inzetten op niche-producten of het gebruik maken van robotisering zijn mogelijkheden om hierbij te benutten. Het zal van ondernemer tot ondernemer verschillen welke route naar een beter gesloten kringloop bij hem of haar past en welke route ook de beste verdienkansen biedt.
Wat is uw visie op de loonontwikkeling in Oost-Europa? Wanneer komen die in de buurt van de West-Europese lonen? Wil het kabinet dat de afstand tussen de Oost en West-Europese lonen groot blijft?
Het is niet de verwachting dat de verschillen in loonontwikkeling tussen West- en Oost-Europese landen binnen afzienbare tijd gelijk getrokken zijn. Deze ontwikkeling hangt mede samen met factoren als de ontwikkeling van de productiviteit van de werknemers in Oost-Europa, de kosten van levensonderhoud en de economische ontwikkeling in de Oost-Europese landen. Zo zijn er signalen dat door de sterke economische groei in bijvoorbeeld Polen de werkloosheid daalt en de minimumlonen stijgen. Dit zal van invloed zijn op de arbeidsmigratie. Het ene Oost-Europese land is echter niet het andere, ook daar zijn er onderlinge verschillen.
Hoewel wederom uitgesteld, moeten er een keer knopen worden doorgehakt rondom het vertrek van het VK uit de EU. Hoe verwacht u dat de Nederlandse groenten-en fruithandel geraakt gaat worden door Brexit? Wat zal dit doen met de omzet?
Het VK is een belangrijke afzetmarkt voor groenten en fruit uit Nederland en omgekeerd is Nederland voor het VK een belangrijke leverancier. Het is onvermijdelijk dat de Nederlandse groenten- en fruithandel geraakt zal worden door de Brexit. Met de Brexit zal het VK een ‘derde land’ worden, waarvoor andere spelregels gaan gelden dan voor EU-lidstaten.
De vier vrijheden van de Europese Unie - te weten het vrije verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal - gelden op het moment van terugtrekking uit de EU niet meer voor het VK, tenzij er afspraken gemaakt worden. Het gaat dan om afspraken over de voorwaarden waaronder het VK zich terugtrekt uit de EU (akkoord of geen akkoord, met of zonder overgangsperiode) en om de afspraken die gemaakt gaan worden over de nieuwe relatie tussen de EU en het VK voor de periode na de terugtrekking.
Als overheid bereiden we ons voor op het slechtst denkbare scenario, dat wil zeggen een scenario waarbij er geen afspraken zijn met het VK, om het risico op verrassingen te verminderen. We moeten rekening houden met o.a. douaneformaliteiten, fytosanitaire- en veterinaire controles en invoerheffingen. Het is belangrijk dat ook de Nederlandse ondernemers zich hierop voorbereiden. Ze kunnen dat doen door zich te informeren via het Brexitloket (www.brexitloket.nl) of een Brexit Impact Scan te doen. Ook kunnen ondernemers een Brexit-voucher aanvragen om advies in te winnen over alternatieve markten en de gevolgen van de Brexit voor hun onderneming.
Dit artikel verscheen eerder in editie 9, 33e jaargang van vakblad AGF Primeur. Zie hiervoor www.agfprimeur.nl