Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Framboos op pole position

Volgt rest zachtfruit de groei van aardbei onder glas?

Tholen - Kan de blauwe bes, braam of framboos van onder glas de aardbei achterna? Wie weet. Potentie is er zeker. In de schaduw van de groei van de aardbeienteelt onder glas neemt de teelt van ander zachtfruit onder glas gestaag toe. Steeds meer telers kijken naar mogelijkheden om op die manier hun oogst te vervroegen met als ultiem doel een jaarrond, rendabele teelt in de kas. Maar voor het zover is, moet er nog wel aan bepaalde voorwaarden worden voldaan.

Geert-Jan en broer Kees met hun vader op de foto in de frambozenkas

“Elke jaar een week vroeger, dan komen we er wel”, grapt frambozenteler Geert-Jan van Tuijl als hij de vraag voorgelegd krijgt of jaarrond frambozen in de kas telen haalbaar is. “Zo makkelijk is het natuurlijk niet, maar je probeert wel elk jaar weer vroeger en als een van de eersten op de markt te zijn. Wij kunnen oogsten van ongeveer eind maart tot eind juni. Daarmee kom je mooi in beeld en is het vervolgens zaak de klanten die je dan hebt, vast te houden. Vervolgens oogsten wij ook weer van begin september tot half november.”

Frambozenkwekerij Van Tuyl is met 3,5 hectare frambozen in een kas Zaltbommel goed voor ruim een tiende van het Nederlandse totaalareaal van 26 hectare. Daarmee is het, de aardbei buiten beschouwing gelaten, de op een na grootste zachtfruitteelt onder glas. Na de braam, die is goed voor 31 hectare in 2018.

In totaal werd er in 2018 op 123 hectare fruit onder glas geteeld in Nederland, bijna een verdubbeling ten opzichte van 2015 (64 hectare). Gedetailleerde cijfers uit de jaren daarvoor ontbreken om maar aan te geven dat de teelt nog in de kinderschoenen staat. Net als in België, waar de teelt weliswaar niet verdubbelde, maar met ruim 67 hectare in 2018 wel flink groeide ten opzichte van de ruim 49 hectare in 2015.

Met name de laatste jaren stapten heel wat telers in, gestimuleerd door een sterk groeiende consumptie. GroentenFruitHuis zag in Nederland in vijf jaar tijd het volume met 30 procent en de consumentenuitgaven zelfs met 77 procent stijgen, deels uiteraard ook toe te schrijven aan uitgaven aan product uit de vollegrondsteelt en importproduct. Geert-Jan en zijn broer Kees stapten in 2015 in. Naar eigen zeggen om zich te kunnen onderscheiden, iets wat zij met de teelt van paprika’s nog maar moeilijk konden in een bovendien al wat oudere kas. “Maar het is een stap die je niet zomaar zet. Vooral de enorme pieken in arbeid moeten bij je passen.”

Belichtingsproeven laten potentie zien
Dezelfde arbeidspieken herkent ook bramenteler Wouter van den Bosch van Bosch Fruit in Berkel en Rodenrijs. Hij teelt sinds 2017 op 1,3 hectare bramen in combinatie met de teelt van paprika op een andere locatie. Er valt volgens hem nog veel te leren over de teelt waarover nog veel onbekend is. “Hoe gaat het gewas bijvoorbeeld met belichting om? Dat is iets waarover nog weinig kennis is en dus doen wij daar, samen met gewasonderzoekers, proeven mee.”


Wouter met bedrijfsleider Jaap de Schipper in de kas

Net als in de frambozen, waar dergelijke testen ook plaatsvinden. Het verraadt dat telers en onderzoekers potentie zien in jaarrond telen. Een groep bramen- en frambozentelers komt, onder meer om over knelpunten in de teelt te overleggen, sinds enige tijd geregeld bij elkaar. Dit is een initiatief vanuit brancheorganisatie Glastuinbouw Nederland en de Nederlandse Fruittelers Organisatie om de belangen van de telers goed te vertegenwoordigen.

Is de marktsituatie daarin ook al een onderwerp? “Nee, nog niet”, laat Wouter weten. “Naar mijn idee wordt daar nog weinig over gesproken. Eerst zijn er andere uitdagingen aan de beurt, maar ik zou er zeker voor open staan ook samen over het in de markt zetten van de braam te spreken. Dat is namelijk een flinke uitdaging voor een relatief klein product als de braam.”

De aardbei van Nederlandse en Belgische bodem heeft inmiddels stevig voet aan de grond. Voor ander zachtfruit is dat lastiger. Geert-Jan: “Afnemers vinden die een constante prijs willen betalen, zeker als je product in de winter wilt afzetten, is lastig. Dat komt vooral omdat het als teler nog lastig is om aanbod te garanderen. Een voorwaarde om jaarrond voet aan de grond te krijgen. Supermarkten willen zekerheid over hun aanvoer en de kwaliteit daarvan en die kunnen wij ze nog niet jaarrond bieden. Je kunt het vergelijken met de opkomst van belichte tomaten. Dat ging eerst ook een aantal jaren moeizaam. Pas toen er constant genoeg aanbod was en supermarkten daarvan op aan konden en niet hoefden te switchen, belandde de belichte tomaat in het schap.”

Houdbaarheid blauwe bes als nadeel
Supermarkten kijken ’s winters nu nog naar zuidelijkere bestemmingen om veel zachtfruit vandaan te halen. Uit Spanje en Mexico is ’s winters door de lage transportkosten de import van product goed mogelijk. Een geduchte concurrent waarmee bramen- en frambozentelers de concurrentie aankunnen mits ze continu product beschikbaar hebben.

Voor blauwebessentelers ligt dat moeilijker. De teelt van de blauwe bes onder glas is in vergelijking met de braam en de framboos helemaal een niche. Het overgrote deel van de productie gebeurt buiten, al dan niet bedekt. In de kas gaat het echt om enkele ‘hoekjes’. Ook hier is het voor telers de kunst om als eerste op de markt te zijn, maar als het weer in het voorjaar gunstig is, is de voorsprong van een kasteelt op de telers buiten maar zeer beperkt.

Op die soms zelfs maar ruime week voorsprong kunnen telers niet hun hele businessmodel baseren. De kostprijs van de bedekte teelt, zelfs als het om netten of plastic over buitenteelt gaat, is simpelweg te hoog. Bovendien komt de blauwe bes, anders dan de braam en framboos die minder goed houdbaar zijn, makkelijk van ver omdat de blauwe bes zich goed laat bewaren voor een maand of zelfs langer. Dat maakt dat de markt meer uitgevlakt is en dat kastelers niet van pieken in de markt kunnen profiteren.

Allemansvriend
Zulke pieken zien Wouter en Geert-Jan wel in de markt voor bramen en frambozen. Wouter: “Prijsvorming in de bramenmarkt is lastig. Er is nu nog heel veel fluctuatie. Soms is het product zo goedkoop dat je zelfs je arbeid er niet eens uit kunt krijgen, terwijl niet veel later het product opeens zo duur kan zijn dat geen enkele klant het product nog kan verkopen. Dat is natuurlijk geen werkbare situatie, voor niemand. Nu verkopen wij nog veel op basis van dagprijzen. Beter zou zijn als daaruit een gemiddelde kon worden getrokken. Wij zijn hard op zoek naar contracten, maar die zijn nog maar moeilijk te vinden. Nog niet veel partijen lijken ervoor open te staan momenteel. Een goed, langdurig tekort op de markt zou daarin misschien wel verandering kunnen brengen.”

Ook een stukje marketing zou telers kunnen helpen om hun product nog beter in de markt te zetten. Voor frambozen iets makkelijker dan voor de braam. Die laatste is volgens Wouter toch minder de ‘allemansvriend’ die de aardbei en in mindere mate toch ook al de framboos is. Geert-Jan wijst graag op de kracht van de aardbei, die naast de bij consumenten geliefde smaak, ook voorkomt uit de grote aantallen die beschikbaar zijn en de goede, stabiele kwaliteit. Die combinatie maakt dat de consument en daarmee de supermarkt steeds vaker de voorkeur geeft aan product van eigen bodem boven product vanuit het zuiden.

De zachtfruittelers zijn overtuigd van de smaak van hun eigen product, maar om de consument een extra duwtje te geven hoopt Geert-Jan ook op een andere mogelijke stimulans. “In de marketing hebben we in ons eerste jaar gestreefd naar continuïteit en kwaliteit en dat willen we de komende jaren uitbouwen. Het doel is om als de supermarkt aan frambozen denkt, ze dan aan ons te laten denken.

Nu kiest de supermarkt, bij gebrek aan voldoende aanbod ’s winters, in het voorjaar en in de herfst, naar de smaak van de telers nog te vaak voor importproduct omdat de prijs daarvan lager ligt. De arbeidskosten liggen er lager en het transport is goedkoper. Daarom hoop ik ook dat de CO2-footprint nog eens op de verpakking komt te staan. Dat kan toch net weer dat beetje helpen om de consument voor ons te laten kiezen.

Op duurzaamheid kunnen Nederlandse en Belgische telers het winnen. Net als op het gebied van betrouwbaarheid en afspraken nakomen. Daar zijn we al goed in, maar om de aardbei achterna te kunnen, moeten we de productie nog wel flink opschroeven.” 

Dit artikel verscheen eerder in editie 7/8, 33e jaargang van vakblad AGF Primeur. Zie hiervoor www.agfprimeur.nl

Voor meer informatie:
Bosch Fruit
Facebook

Wouter van den Bosch
[email protected] 

Frambozenkwekerij van Tuyl
Geert-Jan van Tuijl
info@kwekerijvantuyl

[email protected]