Voor telers die last hebben van het komkommerbontvirus (CGMMV), is het virus vaak een terugkerend probleem. Het komkommerbontvirus staat erom bekend dat het ieder seizoen weer terugkomt. In Korea gaan telers het virus tegen met een zaadbehandeling. "We hebben de verspreiding van het virus weten te stoppen dankzij de Johnni-der V2 SEI-behandeling”, zeggen ze.
De 9000 komkommerplanten in de Koreaanse kas zien er nu weer goed uit, maar enkele maanden geleden was de situatie nog heel anders. Tijdens het lenteseizoen had de teler last van CGMMV en hij wist dat het virus weer terug zou komen aangezien het zeer hardnekkig is.
Dat de planten nu vrij van het virus zijn, komt volgens hem door het gebruik van Johnni-der V2 SEI, een product van JungWan B-F. Dit product staat erom bekend dat het de verspreiding van het virus kan beperken.
Zaadbehandeling
De zaden werden geweekt in het middel. De helft van de planten werden ook na de ontkieming wekelijks behandeld met de plantenspray Johnni-der V2 FA, beginnend vanaf het zaadbed. Ook de jonge planten werden om de zeven dagen met Johnni-der V2 FA behandeld. Bij de andere helft van de planten ging door behandeling verder nadat de planten in de grond waren gezet. Hierna werd om de zeven dagen Johnni-der V2 FA aangebracht.
De 9000 zaden werden op 30 juni geplant en één maand hierna waren de planten nog steeds vrij van het virus. Dit is bijzonder, omdat de omstandigheden zeer gunstig waren voor het virus: Het was warm en vochtig en vooral in de zomer kan het virus zich snel verspreiden. "Er valt in deze periode veel regen en de temperatuur bereikt met gemak de 38 °C", zegt hij. "Vorig jaar hadden we al bijna besloten om niet langer komkommers te gaan telen, maar door het volgen van het protocol en de behandelingen met de Johnni-der V2-producten kunnen we hier gewoon mee doorgaan. De resultaten zijn veel beter dan we hadden verwacht."
Gezonde jonge planten
Het werd snel duidelijk dat de zaailingen en jonge planten die door het middel behandeld werden gezond bleven: de planten waren donker en leken behoorlijk stijf. "Heel anders dan de niet-behandelde jonge planten van andere bedrijven in de regio in deze tijd van het jaar", zegt de teler. Tijdens het overplanten werd ervoor gezorgd dat de planten niet in aanraking konden komen met het residu van oudere, geïnfecteerde gewassen. De betere kwaliteit bleef, ook tijdens dit seizoen: de planten hebben een korte internodiën en een gelijkmatige groei en er ontwikkelen zich zelfs nieuwe internodiën. "Dat is belangrijk, hoe meer internodiën, hoe groter de oogst is die we kunnen bereiken."
“We zien dat de resultaten veel beter zijn wanneer de behandeling gedurende het seizoen wordt doorgezet, en niet alleen de zaden worden behandeld met Johnni-der V2”, vertelt het team van JungWan.
Andere gewassen
Het team durft nu weer vooruit te kijken. Tot nu toe waren onderzoeken beperkt tot virussen die veroorzaakt worden door de verspreiding van zaden of de bodem, zoals CGMMV. “Nu willen we gaan onderzoeken hoe we infecties kunnen verminderen door middel van vectoren", leggen ze uit. "Hiermee zouden we ook tomatentelers en telers van andere gewassen kunnen helpen."
JungWan Bio-Flexcare
Do H. Kim (e-mail)
502, Haesung B/D, 829, Gyeongdong-ro, Andong-si,
Gyeongbuk, Korea
Tel +82-54-821-4871
Fax +82-54-821-4877
www.agrovirus.com