Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Jan Opschoor, Coöperatie DOOR:

“Met de GMO-erkenning zijn we voor bestaande en nieuwe leden van nog meer toegevoegde waarde”

Tholen - Zes jaar geleden ging Coöperatie DOOR van start. De merken Prominent, Purple Pride en Green Diamonds vertegenwoordigden destijds een gezamenlijk vruchtgroentenareaal van 270 hectare. Vandaag de dag telt het areaal van DOOR, inclusief de toegetreden merken PapriCo en Sweet Point, 570 hectare, heeft de coöperatie de wens uitgesproken om in 2021 op 800 hectare te zitten, bezit de coöperatie een GMO-erkenning en wordt momenteel een nieuwbouw gerealiseerd met 34.000 m2 productie- en 4.000 m2 kantoorruimte. Kortom, DOOR groeit door. Tijd voor een interview met directeur Jan Opschoor.

Eerst even terugblikken, wat was zes jaar geleden de reden voor de oprichting van DOOR?
Om dat te schetsen, moeten we eigenlijk eerst wat verder terug. Eind jaren ’90 van de vorige eeuw zagen we dat telers zich rond bepaalde productgroepen gingen organiseren. Nog later gingen de telers zelf de verpakkingsactiviteiten ter hand nemen in eigen distributiecentra en vanaf ongeveer 2010 kwam de wens op om meer betrokkenen te zijn  bij de verkoop. Dat was ook de belangrijkste doelstelling bij de oprichting van DOOR, namelijk dichter op de markt zitten.

Jullie groeiden de afgelopen jaren fors, was dat een doel op zich?
We gingen van start met de verkoop en marketing van  tomaten-, aubergine- en komkommer van de merken Prominent, Purple Pride en Green Diamonds. Een jaar later volgden de paprika’s van het merk PapriCo en nog een jaar later de zoete puntpaprika’s van SweetPoint. Uitbreiding van de bestaande telers en nieuwe toetreders deden de rest.

We hoeven niet zo nodig de grootste vruchtgroentencoöperatie van Nederland te worden. Wel vinden we een verdere bundeling van de afzet wenselijk. Momenteel wordt het kasgroentenareaal in Nederland verdeeld over de zes grote producentenorganisaties (3.000 hectare) en is er nog een areaal van zo’n 800 hectare aan losse telers.

Wij zouden graag zien dat er drie producentenorganisaties  overblijven en willen graag één van die drie zijn. Natuurlijk is groei geen doel op zich, maar je hebt wel een bepaalde schaalgrootte nodig om relevant te zijn in de markt en investeringen te doen.

Krijg je met al die verschillende merken geen verschillende cultuurtjes binnen de club?
Natuurlijk zijn er wel verschillen, maar het blijven allemaal kasgroententelers. Ook de grootte van de verschillende telers komt binnen DOOR aardig overeen. We hebben geen leden met 150 hectare, maar ook niet met 1 hectare. Bovenal zijn onze leden redelijk hetzelfde type ondernemer. Ieder merk heeft zijn eigen identiteit, maar ze functioneren op hun best onder één paraplu. Dat is de kracht van onze organisatie.

Hebben jullie zelf de afgelopen jaren gesprekken gevoerd met andere producentenorganisaties om tot bundeling te komen?
Vrij snel na het rapport Federatie Vruchtgroente-Organisaties (FVO) uitgebracht onder leiding van oud-minister Cees Veerman, hebben we naar aanleiding van de aanbevelingen, verkennende gesprekken gevoerd met Van Nature, maar die zijn uiteindelijk op niets uitgelopen. Verder hebben wij geen fusiebesprekingen gevoerd. Wel is bijvoorbeeld de Mondial Group afgelopen zomer aangesloten bij DOOR . Hetzelfde gold eerder voor een aantal individuele leden.

Hoe onderscheiden jullie je van de andere PO’s?
We werken alleen met kasgroenten. Daarnaast focussen we ons op productspecialisten met de merken op de voorgrond. Ook ons verkoopmodel is onderscheidend. Als PO hebben we ervoor gekozen onafhankelijk in de markt te opereren met een eigen sales- en marketingteam. In tegenstelling tot enkele andere producentenorganisaties hebben we geen eigen handelshuizen. In onze optiek maakt dit zaken complex en zijn belangen niet altijd zuiver te houden. Bij ons staat het belang van de telers altijd voorop, waarbij we onze klanten uiteraard optimaal willen bedienen. We werken vanuit de ketenpartnerstrategie, maar zijn geen ‘openluchtplatform’ en maken bewuste keuzes om met bepaalde service providers/ exporteurs intensiever samen te werken. De eerste jaren werd 80 procent van onze omzet nog over 25 klanten verdeeld, nu zijn dat slechts 12 klanten.

Als ander belangrijk onderscheid wil ik de mate van samenwerking tussen onze leden noemen, want die is werkelijk uniek. Zo is bij Prominent 30 hectare teelt in eigendom van de vereniging en hebben de telers van Purple Pride alle activiteiten op het gebied van toegevoegde waarde ondergebracht in een aparte gezamenlijke BV. De tomatentelers van Prominent zijn sinds dit voorjaar behalve lid van hun telersvereniging, ook aandeelhouder van de coöperatieve Prominent Groep. Hierdoor profiteren de individuele ondernemers bij Prominent behalve van onderlinge kennisdeling, gezamenlijk inkopen en verpakken, ook van de ontwikkelingen bij Prominent als bedrijf. Dezelfde structuur willen we nu doorvoeren bij DOOR. Coöperatie DOOR wordt dus een coöperatie op aandelen.

Hoe ervoeren jullie klanten in de handel dat jullie dichter op de markt wilden opereren?
Dat was in eerste instantie best even wennen. Het is best heel wat om je leverancier het vertrouwen te geven om direct met je klant te praten. Dat vertrouwen hebben we moeten winnen, maar ik kan wel stellen dat dat inmiddels is gelukt. Nog steeds gaan we met onze ketenpartners het gesprek met de retailer aan, maar vaak genoeg zijn er ook directe lijntjes.

Voorwaarde voor zo’n model is dat je werkwijze volledig transparant is. Onze ketensamenwerking is een driehoeksverhouding geworden met ons als DOOR, de ketenpartner en de retailklant. Ook hierin zijn we de afgelopen jaren als organisatie gegroeid. Niet voor niets hebben we verschillende trade marketeers met de nodige retailkennis aangenomen.

Wij merken dat category managers van supermarkten het fijn vinden om breder over de AGF-categorie na te denken. Dat is ook de reden dat we dit jaar Perry Dekkers als commercieel directeur hebben aangesteld, zodat we de synergie tussen ons merken nog beter kunnen uitrollen. Wij focussen ons op de productie, sales en marketing, maar hebben geen behoefte een logistiek apparaat op te gaan tuigen en bedienen de retail niet rechtstreeks. De facturen richting de supermarkten komen altijd van onze ketenpartners. Door de nauwe samenwerking weten we wel voor meer dan 90 procent bij welke retailers ons product terecht komt.

Behoort uitbreiding van het assortiment tot de mogelijkheden, bijvoorbeeld met kasaardbeien of een aparte bio-tak?
In ons strategisch plan staat die uitbreiding niet vermeld, dus voor 2020 zal dat niet gebeuren. Maar in aanloop van het samenstellen van het strategisch plan voor de komende drie jaar zal dit zeker aan de orde komen. Uitbreiding naar champignons, witlof of vollegrondsgroenten hoef je van DOOR niet te verwachten, want onze kracht ligt in de kasproductie. Maar we zullen met een brede blik de brainstormsessie ingaan. Medicinale cannabis? Wie zal het zeggen. Als straks de verpakkingsactiviteiten in één DC worden gecentraliseerd, biedt dat ook veel meer mogelijkheden met bijvoorbeeld het snijden of drogen van de producten of het combineren van producten in maaltijdpakketten.

Wat is de insteek met de nieuwbouw?
Straks worden de tomaten, aubergines, zoete puntpaprika’s en komkommers onder één dak verpakt naar wens van de klant. De inrichting van het nieuwe pand is volledig gericht op een snelle en efficiënte verwerking van onze versproducten door geautomatiseerde inslag (WMS) en een volautomatische productieruimte. Voorafgaand aan onze nieuwbouwplannen hebben we onderzocht wat de behoefte is van onze klanten. Natuurlijk staan plastic verpakkingen onder druk, maar onze verwachting is dat de vraag naar consumenteneenheden alleen maar toe zal nemen. Uiteraard zijn we al actief op zoek naar duurzame alternatieven. Het pand beslaat in totaal 34.000 m2 productieruimte en 4000 m2 kantoorruimte. Het wordt uitgerust met 22 docks voor inslag en 22 docks voor uitslag. Daarnaast betekent de nieuwbouw dat alle medewerkers van DOOR, Prominent, SweetPoint, Purple Pride, Green Diamonds en PapriCo bij elkaar in een nieuw pand komen te werken.

Gaan we robots zien in het nieuwe DC?
Automatisering is zeker een speerpunt en we kijken ook naar de inzet van robots. Hiervoor loopt al enige tijd een project. In vergelijking met het gemiddelde van ‘kleinpakkend’ Nederland is het verpakkings DC van Prominent al vergaand geautomatiseerd. In het verpakkings DC van DOOR zullen we dit nog verder doorvoeren. Ik wil het nog geen robotisering noemen, maar dat zit er wel aan te komen.

Hebben jullie ook teelt in het buitenland?
Onze leden hebben nauwelijks areaal in het buitenland, alleen Sweetpoint teelt in Marokko en Spanje zoete puntpaprika’s. Onze eerste doelstelling is om alle groenten die we aanbieden jaarrond te leveren, hetzij door belichting of door samenwerking met partners in Zuid-Europa of Noord-Afrika. We hebben local-for-local wel op de agenda staan – en interesse vanuit het buitenland naar onze kennis en expertise er volop – maar je moet de telers ook zover zien te krijgen om daarnaar toe te gaan. Daarom proberen we nu een pool op te bouwen met jonge telers die een dergelijke uitdaging wel zien zitten en minder gebonden zijn aan de toren van Naaldwijk. Voor hen kan dit, met back-up van de oudere generatie telers, een mooie kans zijn.

Baart de gemiddelde leeftijd van de telers jullie zorgen?
We maken ons geen zorgen, maar proberen er wel op te anticiperen. Tom Zwinkels was altijd ons ‘jonkie’ tussen de ‘oudere garde’, maar dat blijft natuurlijk ook niet zo. Daarom hebben we onlangs zestig kinderen van de tuinders, die affiniteit met de tuinbouw hebben, uitgenodigd om kennis te maken. Hier is een ‘young potential programma’ uit voortgekomen, waarbij jongeren in de leeftijd van 18 tot 25 jaar met ons meedenken over de  vraagstukken van vandaag de dag rondom bedrijfsopvolging, maar ook op het gebied van robotisering, big data of internationalisering. Niet iedereen ziet zijn of haar toekomst in de kas, maar ook in functies als marketing, HRM en logistiek zullen er uitdagende banen vrijkomen.

Is het weleens lastig om de kikkers in de kruiwagen te houden?
Gelukkig zijn de verhoudingen binnen de organisatie erg goed, dus dat valt wel mee. Maar natuurlijk kunnen de leden kritisch zijn en is er ruimte voor discussie. Je hebt nou eenmaal leden die altijd voorop willen lopen en je hebt er die dat minder doen. Het scheelt ook nogal wat of je net uitgebreid hebt of dat je geen opvolger hebt en aan je laatste tuindersjaren bezig bent. Dat zet investeringen toch wel in een ander daglicht. Wat ik wel mooi vind binnen de club, is dat het niet uitmaakt hoe groot je bent of welk product je teelt. Iedereen krijgt volop ruimte om zijn mening te geven.

Dit jaar is DOOR GMO-erkend, voelt dat goed?
De GMO-gelden waren de afgelopen jaren een heet hangijzer. Met het oog op de investeringen die we collectief willen gaan doen, wat een voorwaarde is voor GMO, zijn we toch af gaan tasten of de aanvraag van een GMO-erkenning voor ons weer een goede stap zou kunnen zijn. Na het succes van de afgelopen jaren was het voor ons namelijk geen optie om afscheid te nemen van ons afzetmodel, maar dat bleek niet nodig, al moest er het één en ander fijngeslepen worden. We zijn in Den Haag langs geweest bij LNV om weer een gevoel te krijgen bij de erkenning, die veel vraagt van de organisatie. Belangrijk in dit proces was de positieve en constructieve samenwerking met RVO. Dat gevoel was goed. Een grote meerderheid van de leden - 97 procent voor en 3 procent blanco – stemde in met de GMO-erkenning, waarbij we de subsidies alleen inzetten voor collectieve projecten. In het opstarten van het Operationeel Plan en erkenningscontrole zien wij verdere samenwerking met RVO vol vertrouwen tegemoet. Dankzij deze erkenning hopen we voor bestaande en nieuwe leden nog meer van toegevoegde waarde te zijn.

Wat zie je als grootste uitdagingen voor de komende jaren?
Er liggen best wat uitdagingen te wachten. Denk aan arbeid, robotisering in de kas, maar ook de verdere verduurzaming en het evenwicht tussen het weren van ziekten en plagen en het biologisch evenwicht in de kas en een versmald middelenpakket. Ook de trend naar lokale productie en de groei van productie in landen die exporteren naar onze afzetlanden wordt een uitdaging voor de positie van Nederland. Tegelijk levert dit ook weer kansen op.

Jullie doel is om door te groeien naar 800 hectare in 2021. Hoe willen jullie dat doen?
Die groei zullen we niet alleen realiseren vanuit onze huidige telers, dus daarvoor hebben we ook telers van elders nodig binnen onze productgroepen. Met name het aandeel komkommers en blokpaprika’s is bij ons nog ondervertegenwoordigd, maar ook tomatentelers zijn van harte welkom.  Het voordeel dat wij bieden is dat wij puur onafhankelijk zijn en het belang van de telers te allen tijde voorop staat.  

Dit artikel verscheen eerder in editie 6, 33e jaargang van Primeur. Zie hiervoor www.agfprimeur.nl

Voor meer informatie:
Coöperatie DOOR U.A. 
www.cooperatiedoor.nl 
[email protected]

Jan Opschoor
[email protected] 

Publicatiedatum: