Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Herkennen van trips in kassen belangrijk voor bestrijding

Het aantal tripssoorten dat in Nederlandse kassen voorkomt, is de afgelopen jaren sterk toegenomen. Zeker 10 soorten zijn gevestigde plagen, waarvan 8 een exotische oorsprong hebben. Voor de bestrijding van trips is het belangrijk te weten om welke soorten het gaat. Wageningen University & Research heeft daarom met financiering van het programmafonds glastuinbouw een tripsherkenningskaart opgesteld om de meest belangrijke soorten te kunnen herkennen. Deze kaart is recentelijk gepresenteerd en toegelicht tijdens het gewasgezondheids-event van Wageningen University & Research en Glastuinbouw Nederland.

Trips is al jarenlang een van de grootste bedreigingen voor de Nederlandse sierteelt onder glas. Voor de bestrijding van trips is het belangrijk te weten om welke soort het gaat. Biologische bestrijders werken bijvoorbeeld niet altijd goed tegen alle soorten trips en ook kan chemische bestrijding tegen de ene soort beter werken dan tegen de andere. Verder kan de ontwikkelingsduur, waardplantacceptatie en het verspreidingsgedrag per tripssoort sterk verschillen.

De meeste trips van exotische oorsprong
De meest voorkomende schadelijke soort is de Californische trips, Frankliniella occidentalis. Deze trips is in de jaren tachtig ooit met plantmateriaal in Nederland terecht gekomen en sindsdien nooit meer verdwenen. Hetzelfde geldt voor Echinothrips americanus die in de jaren negentig ons land binnen kwam en meer recentelijke, de Japanse bloementrips Thrips setosus. Met de invasies van nieuwe soorten is de diversiteit van trips sterk toegenomen. In orchideeën komt recentelijk Dichomothrips corbetti voor. Een tripssoort die wereldwijd toeneemt is Scirtothrips dorsalis. Deze soort komt van oorsprong uit Azië, maar verspreidt zich snel over de wereld en is inmiddels gevestigd in Australië, Midden-Amerika, Centraal Afrika en het Midden Oosten. Sinds een aantal jaar is deze tripssoort waargenomen in Israël en het Verenigd Koninkrijk, waardoor het aannemelijk is dat ze in de nabije toekomst in de Nederlandse glastuinbouw terecht zal komen.

Inheemse soorten trips
Naast de exoten zijn er ook veel inheemse soorten trips die regelmatig in kassen voorkomen, zoals Frankliniella intonsa, Thrips tabaci en Thrips fuscipennis. Onder de inheemse soorten bevinden zich ook veel tripssoorten die vaak de kas binnenvliegen en op vangplaten belanden, maar niet schadelijk zijn, zoals de kleine graantrips Limothrips cerealum.

Herkenningskaart als hulpmiddel
Om de verschillende soorten trips in kasteelten te kunnen herkennen is een tripsherkenningskaart samengesteld waarin 14 soorten worden weergegeven, waarvan 12 soorten die regelmatig voorkomen en 2 soorten die we in de toekomst kunnen verwachten. De herkenningskaart is uitklapbaar en op 2 niveaus te gebruiken. Met de close-up foto's van de volwassen en larvale stadia en het bijbehorende schadebeeld kan al snel een inschatting gemaakt worden van de vermoedelijke soort.

Om tot een definitieve identificatie te komen, moeten een aantal taxonomische kenmerken worden nagelopen. Voor dit tweede niveau is het noodzakelijk om een microscopisch preparaat te maken, zodat de kenmerken één voor één kunnen worden bekeken. Met behulp van de herkenningskaart kan gekeken worden naar de antenne, kop, het pronotum, de vleugel, het meso- & metanotum en het achterlijf. Het aantal antenneleden en de kleurschakering op deze leden is bijvoorbeeld al een erg belangrijk onderdeel om soorten te kunnen onderscheiden. Ook de beharing bij de kop, het pronotum en de vleugels kan sterk verschillen tussen soorten.

Het nalopen van deze kenmerken vergt iets meer inspanning en geduld, maar is voor een enthousiaste amateurtaxonoom goed te doen. In de nabije toekomst willen we de kaart verder uitbreiden met ontbrekend materiaal en mogelijk nieuwe soorten. Mochten er naar aanleiding van deze kaart vragen zijn over trips of het determineren van trips, dan horen we dat graag.

bron: Wageningen UR

Publicatiedatum: