Tholen - De wens tot meer transparantie in de keten, zorgt ervoor dat heel wat tegels worden opgelicht. Zeker in de biologische sector liggen schakels onder een vergrootglas, zo ook het punt waar de keten elk seizoen weer mee start: het zaaigoed. In de biologische sector gebruiken ze biologisch zaad maar daarop inzoomend is de vraag in hoeverre de gebruikte rassen biologisch zijn. Althans zaaigoed van de multinational. Zij produceren biologisch zaad omdat het op biologische wijze is vermeerderd. De achterliggende veredelingsmethode is echter niet-biologisch.
Dat kan en moet anders vindt biologische voedselcoöperatie Odin. Daarom investeert Odin sinds een aantal jaar zelf in de veredeling van smaakvolle en zaadvaste rassen. Voor Odin, in oorsprong een coöperatief biologisch dynamisch handelsbedrijf, is biologische AGF namelijk geen aantrekkelijke groeimarkt, maar middel om de wereld ‘al boodschappen doende’ te veranderen. “We kijken om ons heen wat er in de wereld gebeurt. Daarom zijn we betrokken bij veel schakels in de keten en zijn zowel handelsbedrijf als winkelketen, online bezorgdienst, imkerij en boerderij. Hopelijk volgen in de toekomst meer schakels, we zouden ons bijvoorbeeld ook graag met bodemvruchtbaarheid bezighouden”, vertelt Theo Boon, directeur van Odin.
Theo Boon in de kassen bij De Beersche Hoeve
Eerst de bloemetjes en de bijtjes
Zonder bijen geen groeten en fruit, insecten zijn essentieel voor de voedselvoorziening. Alarmerende berichten over de afname van het aantal bijen wereldwijd deed Odin besluiten om als eerste nevenactiviteit een imkerij te beginnen. “We leiden imkers op en hebben inmiddels 50 tot 55 bijenvolken die op 15 plekken in Nederland staan”, vertelt Theo. “Dit speekt ook consumenten enorm aan. In het voorjaar organiseren we onze Meimaand Bijmaand met allerlei activiteiten. Daar komen altijd veel mensen op af.”
Mannelijke pool
In 2017 startte Odin, samen met René Groenen en Gineke de Graaf veredelings- en zaadvermeerderings- en groententeeltbedrijf De Beersche Hoeve, een tweede nevenactiviteit. “Hierdoor kunnen we zelf ervaren hoe het is om een teeltbedrijf te runnen en vergroten we ons begrip voor de positie van telers en leveranciers waar wij mee te maken hebben”, vertelt Theo.
Een tweede belangrijk doel is om telers minder afhankelijk te makten van multinationals. “Tot nu toe heeft de biologische teelt zich vooral ontfermd over de zorg voor de aarde. Dit is moederlijke pool: de bodem en zaken als bemesting, grondbewerking en vruchtwisseling. Bij de mannelijke pool, het zaad dat telers gebruiken, is de sector nog grotendeels afhankelijk van dezelfde multinationals als de reguliere telers”, vertelt René Groenen die samen met zijn vrouw Gineke de Graaf de Beersche Hoeve runt.
“Helaas zijn in zowel de gangbare als biologisch landbouw bijna alle rassen hybride. Deze zaden hebben enorme groeikracht maar genetisch zijn er veel eigenschappen verloren gegaan, zoals smaak en weerbaarheid. Bovendien zijn deze hybrides ongeschikt zijn voor vermeerdering omdat de nakomelingen te veel afwijken van de eigenschappen van de ouders waardoor telers gedwongen zijn elk jaar weer nieuw zaad te kopen.”
Duitse connecties
De Beersche Hoeve doet aan zaadveredeling in samenwerking met de Duitse organisatie Kultursaat. De zaadteelt op De Beersche Hoeve vindt in opdracht van het Duitse van Bingenheimer Saatgut AG plaats. “Dit is in zijn soort het grootste bedrijf binnen Europa. Bingenheimer Saatgut timmert aan de weg en kan de biologische sector een alternatief bieden voor de grote multinationals”, benadrukt René. De groenterassen, die De Beersche Hoeve teelt, zijn zaadvast. Dat wil zeggen dat uit het zaad van deze rassen, planten groeien met dezelfde eigenschappen als de ouders, maar met kleine variaties. Tuinders kunnen daar eindeloos mee doorkweken en zelf verder selecteren op de eigenschappen die het beste passen bij de omstandigheden op hun bedrijf.
Groenten van zaadvaste rassen zien er door hun natuurlijke variatie niet 100% hetzelfde uit. Ze zijn ook niet allemaal op hetzelfde tijdstip rijp. Dit kan leiden tot hogere kosten doordat er vaker geoogst wordt. Echter worden ook biologische telers per kilo betaald., dus kijken ze vooral naar rendement. De verleiding om hybride rassen te kiezen, is dus groot. Smaak maakt het verschil, denken ze op De Beersche Hoeve.
Smaaktest
Smaak
Smaak is een eigenschap die vaak het onderspit delft bij de veredeling van rassen. Smaak en opbrengst gaan namelijk niet hand in hand. Toch wordt deze eigenschap in het veredelingsproces op De Beersche Hoeve altijd meegenomen en in samenhang met de andere eigenschappen als uiterlijk en opbrengst. René: “Bij gangbare veredeling is smaak helaas een ondergeschoven kindje en wordt er bijvoorbeeld alleen naar het suikergehalte gekeken. Smaak is echter veel complexer dan de optelsom van inhoudsstoffen. Op de Beersche Hoeve zijn we eindeloos aan het proeven. Steevast vinden er in het najaar smaaktesten plaats. Een panel van specialisten, vergelijk ze met sommeliers, proeven in opperste concentratie en met een vast ritueel groenterassen, zowel in rauwe als gekookte vorm.”
Smaak moet het verschil gaan maken. “We willen dat echt waarmaken”, benadrukt Theo. “Telers met eigen afzet gebruiken zaadvaste rassen vaak wel. Zij verkopen een “omrij product”, hun winkel ligt buiten de dorpskern. Voor hen is het van levensbelang dat ze met ‘gewone’ producten als wortel en bieten het verschil kunnen maken. Ook van een verwerker kregen we terug dat ‘onze’ bieten veel meer aroma en kleur hadden dan de bieten die ze normaliter verwerkten.”
Buitenbeentjes
Meer smaak is een positieve uitkomst voor Odin. Aan de andere kant zorgt meer genetische variatie binnen de zaadvaste rassen ook voor zichtbare variatie van het gewas, meer buitenbeentjes. “Dat zorgt wel voor discussie met de inkopers van AGF, die willen liefst geen verassingen”, beaamt Theo. “We zijn niet meer gewend aan afwijkingen, maar door smaak kan dat wel veranderen. Dubbele kiwi’s, een afwijkende vorm van de normale ovale kiwi, zijn bijvoorbeeld extra lekker en daarom zeer populair bij onze klanten.”
Van groentenabonnement tot online-platform
Van oorsprong is Odin, dat in 2018 samenging met groothandel De Nieuwe Band, een ‘groenteboer’, vertelt Theo. In de jaren negentig werden ze een landelijke speler met het groentenabonnement, waarbij consumenten wekelijks een tas met groenten en fruit konden bestellen met bijbehorende recepten. Een mentaal gemaksconcept dat nu heruitgevonden is in de vorm van een verspakketten en maaltijdboxen. Op het hoogte punt gingen er 28000 tassen bij Odin de deur uit. Tegenwoordig ligt de focus op winkels en online-winkelen met bijbehorende bezorgdienst. Deze laatste activiteiten zorgen voor groei van de coöperatie. “Bij elke winkel die we openen, komen er zo’n 300 leden bij”, vertelt Theo. “Nu hebben we 8500 leden en ook de bezorgdienst groeit hard.” Als klanten lid zijn van Odin, minimaal instapbedrag is 100 euro, dan kunnen ze in winkels voordeliger boodschappen doen. Klanten betalen maandelijks alvast een bepaald bedrag aan boodschappen die ze in de vorm van korting terugkrijgen op hun boodschappen. “We hebben geen vluchtige klanten”, besluit Theo.
Voor meer informatie:
Odin
www.odin.nl
info@odin.nl