Tholen - Eind januari is traditioneel een relatief rustige periode voor radijstelers. Het is de tijd van het jaar waarin alles op het bedrijf ook in orde gemaakt wordt, voordat in de loop van februari de vraag naar radijs weer aantrekt. In maart is het vervolgens ‘alle hens aan dek’, weet radijsteler René Cornelissen van Ortolanda uit ervaring.
Zelf is hij in de loop der jaren steeds minder in de kassen van het flink gegroeide bedrijf te vinden. “Meewerken in de kas is er niet veel meer bij. Een paar baantjes bossen, daar komt het nu door alle extra taken niet echt meer van.”
De laatste jaren is het bedrijf flink gegroeid. Sinds mei 2017 prijkt de naam Ortolanda op alle bedrijfsuitingen. De familiebedrijven Cornelissen Fresh Food en Coolbergen besloten destijds onder de naam van hun gezamenlijke Italiaanse bedrijf verder te gaan. “We werkten als twee familiebedrijven al veel samen, maar zeker in Nederland is dat sinds 2017 nog intensiever geworden. We kunnen nu ook hier nog grotere klanten bedienen. Een vraag van zestig pallets bosradijs was voorheen bijvoorbeeld iets waaraan wij alleen niet konden voldoen. Gezamenlijk lukt dat nu wel.
Uiteindelijk lukte het voordien ook wel, maar dan je moest je altijd aan de klant uitleggen dat hij nog even elders vijf pallets moest gaan laden. En omdat Melderslo en Oude-Tonge niet echt naast elkaar liggen (één uur drie kwart met de auto meldt Google), kon dat wel lastig zijn voor de klant. Nu hoeven wij dat niet meer extra uit te leggen, wel zo makkelijk.”
Natuurlijke assimilatiebelichting
In Oude-Tonge wordt op 11 hectare radijs geteeld, in Melderslo, waar René mededirecteur is, op 8,8 hectare. In 2018 kwam daar met een 4,8 hectare grote locatie in America een kas bij. De belichting die in die bestaande kas hing, werd onmiddellijk verwijderd. “Telen met belichting krijgen wij niet recht gerekend. De elektriciteit is duur en de warmte van zowel de WKK als de lampen kunnen wij in America niet goed kwijt. Bovendien hebben wij in Italië de beschikking over natuurlijke assimilatiebelichting.”
Een blik vanuit de lucht op de kassen in het Italiaanse Borgo Grappa
Het productieareaal in Italië is nog aanzienlijk groter dan dat in Nederland. In Borgo Grappa, gelegen tussen Rome en Napels, varieert het areaal gedurende het seizoen van maximaal zestig hectare tijdens de winterpiek tot ’s zomers zo’n twintig hectare. “Eigenlijk komt er in Italië elk jaar drie hectare bij, omdat de vraag naar radijs groeit en wij daar met extra productie op inspelen.”
In de teelt van de soorten radijs is niets gewijzigd. Nog steeds focust Ortolanda zich op losse radijs en bosradijs, zowel in Nederland als in Italië. Toch is er wel een verschil. “In Nederland oogsten we sinds eind jaren negentig al alles machinaal, maar in Italië gebeurt dat met de hand.”
Een bewuste keuze, waaraan verschillende factoren ten grondslag lagen. “De grootste factor is de diameter van de radijs die we in Italië oogsten. Die is gemiddeld groter dan de radijs in Nederland. Machinaal oogsten hebben we wel geprobeerd in Italië, maar daarop zijn we snel op teruggekomen toen bleek dat de kwaliteit achter bleef.”
Duitsers willen bosradijs
Vooral ’s winters is de Italiaanse radijs groter dan de Nederlandse, simpelweg vanwege de betere teeltomstandigheden in Italië. “Daar heb je een hogere temperatuur en meer licht, waardoor de teeltduur in Italië met maximaal acht weken in de winter altijd zo’n drie tot vier weken korter is dan in Nederland. Licht en temperatuur, dat zorgt immers toch voor groei. En daarbij komt dat in Italië de vraag er ook is naar dikkere, grovere radijs.”
Het product dat geoogst wordt bij Ortolanda ‘zwerft’ heel Europa door. Vooral Duitsland is een belangrijke afzetmarkt, zowel vanuit Nederland als vanuit Italië. “Zuid-Duitsland is zowel vanuit Nederland als vanuit uit onze locatie in Italië min of meer even ver rijden.”
Vooral bosradijs is erg in trek bij onze Oosterburen. “De sterke voorkeur van de Duitsers voor bosradijs, heeft te maken met het loof dat nog aan de radijs zit. De consument wil graag aan het loof kunnen zien of de radijs vers is. Zonder loof zie je versheid niet makkelijk aan radijs af, terwijl met loof na zes dagen het blad lichtjes begint te verkleuren, zie het als een versheidsindicator.”
Tussen november en april teelt Ortolanda Melderslo tachtig procent bosradijs en twintig procent los. Vanaf april verschuift de balans en gaat het om negentig procent los en nog maar tien procent bos. Een verschuiving die te maken heeft met de Duitse vraag. “Zodra er in Duitsland vollegrondsradijs op de markt komt, kiezen Duitsers daarvoor. Dat komt door een voorkeur voor product van eigen bodem. Daar valt door ons vanaf dat moment niet meer tegenop te concurreren.”
De afzet van Ortolanda verloopt in Nederland via Royal ZON voor de locaties in Melderslo en America en via The Greenery voor de locatie in Oude-Tonge. Ortolanda in Italië verzorgt de eigen afzet. Naast Duitsland was voorheen ook Rusland een grote afzetmarkt, maar die is sinds de boycot in 2014 weggevallen. “De radijs, die nu het verste weg gaat, komt tot Litouwen en Letland. Nog verder weg mag het eigenlijk geen naam hebben. Het wegvallen van Rusland is voor een belangrijk deel opgevangen door Frankrijk. Dat is best wel een belangrijk afzetgebied geworden.”
Ortolanda, locatie Melderslo
Onderscheiden met radijs
En Nederland dan? “Daar is de vraag naar radijs aanzienlijk lager. Het consumptiepatroon van de consument speelt daarbij een belangrijke rol. Het is in Nederland, buiten het voorjaar om, grotendeels een soort vergeten groente. Als telers proberen wij daar wel verandering in te brengen, maar dat valt niet mee. Afgelopen januari stonden we als gezamenlijke radijstelers uit Nederland bijvoorbeeld wel op de Horecava. Daarvoor betaalden we samen om reclame te maken voor de radijs als product. Toch is dat lastig, omdat iedereen ook zijn eigen afzetkanalen heeft en zijn eigen retailers belevert. Je wilt elkaar daarbij ook weer niet in de weg zitten. Hetzelfde geldt voor Duitsland. Daar hoeven we radijs minder op de kaart te zetten, maar ook daar heeft iedereen zo zijn eigen afzet.”
Maar kun je je als teler dan niet van de concurrerende telers onderscheiden met je product? “Nou, dat is niet eenvoudig. Onderscheiden puur op basis van je product gaat niet zomaar. Eigenlijk net als bijvoorbeeld bij komkommers, die zijn ook allemaal fris en groen. Bepaalde tomatenrassen onderscheiden zich, ook door middel van een specifieke teeltwijze, wel op smaak. Bij radijs geldt dat minder. Ik ga bijvoorbeeld niet zeggen dat mijn radijs lekkerder is dan die van andere telers en eigenlijk doen zij dat andersom ook niet.”
Je onderscheiden op het gebied van duurzaamheid. Daar is ook Ortolanda druk mee bezig. “Wij hebben ook zonnepanelen liggen op onze locaties en proberen zo duurzaam mogelijk te telen met steeds meer biologische hulpmiddelen. Maar dat vergt een lange adem en gaat niet zomaar van de ene op de andere dag. En daarbij geloof ik er niet in dat de consument meer wil betalen voor de zonnepanelen waarmee wij in onze radijsteelt investeren.”
Traceerbaarheid
Certificeringen leveren ook geen meerprijs op, maar zijn wel steeds belangrijker. “Je bent het je klanten tegenwoordig gewoon verplicht. Wij zijn onder andere GlobalGAP en GRASP en IFS gecertificeerd. Onderdeel daarvan is traceerbaarheid. Daarop scoren wij hoog. Ik zou ons daarvoor als rapportcijfer wel een negen geven. Het werkt als volgt: je oogst vandaag bijvoorbeeld in kap 37 op 29 januari. Die data blijven gedurende de rest van het naoogst traject aan het product gekoppeld, waardoor het product als het de verpakking in gaat, nog steeds de radijs van kap 37 van 29 januari is. Voor onze klanten is dat direct herleidbaar, voor de consument nog niet. Ik geloof niet dat de consument daar al zo’n behoefte aan heeft.”
Voor die traceerbaarheid is automatisering cruciaal. Met de in 2017 gezette stap is dit nog meer dan voorheen een speerpunt geworden. Zo werd speciaal voor Ortolanda een systeem ontwikkeld om het product traceerbaar te houden. “De kantelaar die de kuubkisten verwerkt, kantelt nu niet eerder dan dat het product goed is gescand. In de markt was zo’n systeem er naar onze zin nog niet, dus hebben wij het op maat laten maken.”
Die kantelaar zal komend seizoen weer vele kuubkisten gaan verwerken. Voorspellingen doen voor het seizoen blijft daarbij lastig, alle scenario’s zijn mogelijk. “Je moet het zo zien: eigenlijk is ‘te’ altijd goed voor ons. De hete zomer vorig jaar stuwde de verkoop op van onder meer salades met daarin radijs, terwijl onze belangrijkste concurrent, de vollegrondstelers in Duitsland, problemen hadden door de hitte. Wij hebben veel minder snel last van zulke weersextremen. Wij kunnen altijd sturen.” Lachend: “Tenzij onze kas wegwaait, maar daarop is de kans gelukkig lang niet zo groot.”
Dit artikel verscheen eerder in editie 2, 33e jaargang van vakblad AGF Primeur. Zie hiervoor www.agfprimeur.nl.
Voor meer informatie:
Ortolanda
www.ortolanda.com
René Cornelissen
rene@ortolanda.com