Komkommers zijn weliswaar het hele jaar door te koop, maar voor Duitse komkommers begint in maart het nieuwe seizoen. Om kwalitatief hoogwaardige komkommers te telen, groeit de warmteminnende plant in Duitsland en Midden-Europa overwegend beschut in folietunnels of kassen.
Komkommers zijn populair onder de Duitsers, ze staan sinds jaren na tomaten, wortelen en uien, op de vierde plaats van de meest gekochte groentensoorten. De oorspronkelijk uit Noord-India stammende komkommer hoort tot de familie van de pompoengewassen en is daarom ook verwant aan de meloen.
Teelt vooral in Bayern, Niedersachsen en Nordrhein-Westfalen
Volgens cijfers van het 'Bundesinformationszentrum Landwirtschaft' (BZL) teelden de Duitse komkommertelers in 2017 op 221 hectare circa 58.630 ton komkommers onder glas. De drie deelstaten met de grootste komkommerteelt zijn Bayern, Niedersachsen en Nordrhein-Westfalen, gevolgd door Baden-Württemberg, Brandenburg en Sachsen.
De snel groeiende planten hebben een luchttemperatuur tussen de 22 en 30 °C nodig, evenals een gelijkmatig hoge waterverzorging, om kwalitatief hoogwaardige komkommers te krijgen. Daarom worden komkommers in Midden-Europa overwegend in folietunnels of verwarmde kassen geteeld.
Met een consumptie van 5,1 kilogram per hoofd van de bevolking bedroeg de zelfverzorgingsgraad in 2017 echter slechts bijna elf procent. Daar stond een import ter hoogte van 483.340 ton tegenover, die voor 85 procent uit Nederland en Spanje kamen.