Door het toepassen van eenvoudig bodemwaterbeheer en het gebruik van zouttolerante wortelvariëteiten kan de lokale wortelopbrengst in Kenia worden verdubbeld. Ook kan het gebruik van irrigatiewater door waterbeheersmaatregelen met 20 tot 40% worden verminderd.
Dat blijkt uit een proefproject die Delphy, Saline Farming en Nectaerra vanaf september 2018 in Kenia hebben uitgevoerd. Zij bieden met dit project een oplossing voor een negatief landbouwproces dat veelal wordt toegepast in Afrika en wat leidt tot landdegradatie, namelijk erosie, verzilting en verlies van biodiversiteit en op lange termijn dalingen van gewasopbrengsten.
Veelbelovend
In de eerste fase van het werden eind september één lokale wortelvariëteit en twee zouttolerante wortelvariëteiten gezaaid door twee boeren in Kenia die veel last hadden van zilt water en zilte bodem. Half december werden de eerste resultaten van deze oogst verkregen. Deze zijn zeer veelbelovend: de opbrengst van de zouttolerante wortels was twee keer hoger dan de lokale variëteit.
“Cruciaal bij een project als dit is dat we een lokale gewasadviseur hebben ingezet die de taal van de lokale boeren spreekt en weet hoe zij denken en werken”, vertelt Eric van Zandwijk, projectmanager Internationaal bij adviesbureau Delphy. “Het helpt natuurlijk de eerste proef een zeer goede oogst heeft opgeleverd.
‘Slimme’ klimaatboerderijen
In de volgende fase willen de partijen tools ontwikkelen die Keniaanse boeren helpen om hun bedrijven om te vormen tot veerkrachtige, ‘slimme’ klimaatboerderijen voor commerciële groenteproductie. Het waterbeheer zal worden gestructureerd en er worden bomen geplant. Van Zandwijk: “Het gaat in eerste instantie om fysieke maatregelen als geulen graven en waterbuffers aanleggen, en het leren gebruiken van zouttolerante gewassen en om slimmer met het water om te gaan. We willen beginnen om een of twee boeren hierbij te ondersteunen, waarbij de lokale adviseur weer een belangrijke rol speelt.”
Financiering
Probleem is nog wel de financiering van deze fase. Per boerderij kost het omvormen tussen de €30.000 en €35.000. De Nederlandse partijen willen dat de lokale boeren hiervoor een lening kunnen afsluiten. Een lokale financier is echter nog niet gevonden. “We willen geen ‘gratis geld’ naar Kenia brengen, maar het project echt commercieel opzetten”, vertelt Van Zandwijk. “Het benodigde bedrag is te hoog voor microfinanciering, maar weer te laag voor grote partijen. Hiervoor zoeken we nog een oplossing.”
Agroforestry
De derde fase van het project bestaat uit het planten van bomen. Uit resultaten van onderzoek in verschillende delen van de wereld blijkt dat zogeheten agroforestry (AF) intercropping-systemen effectiever gebruik maken van zonlicht, land, water en voedingsstoffen en dat teelten minder ziekten en plagen hebben. “Bovendien leggen bomen CO2 vast en krijg je op den duur een robuustere bodem. Dit proces duurt echter vijf tot zes jaar. Je hebt dus een wat langere adem nodig”, legt Van Zandwijk uit.
Binnenkort dienen de partijen bij RVO.nl een SBIR-aanvraag (Small Business Innovation Research) in voor de ondersteuning van fase 2. Zij hopen in de loop van dit jaar dan met een of twee lokale boeren fase 2 van het project in te kunnen gaan. Als een of twee landbouwbedrijven zijn omgevormd, dienen deze als voorbeeldproject voor andere geïnteresseerde lokale boeren.
Bron: Agroberichten Buitenland