Op veel onbelichte tomatenbedrijven staan de nieuwe planten al in de kas of staat men op het punt om te gaan planten. Hoe het is gesteld met de plaagdruk en of er nog plagen over zijn in de kas, hangt vooral af van wat zich heeft afgespeeld aan het einde van de teelt.
Hoe was het niveau van plagen tijdens het slotstuk van de teelt? Welke acties zijn ondernomen om schoon te eindigen en waren die ook allemaal succesvol? Is het onkruid grondig verwijderd tijdens de teeltwisseling? Ligt er nog blad onder de goot? Al deze zaken spelen een rol. Daarnaast ziet Koppert Biological Systems dat vaak plagen overblijven wanneer bedrijven in een tijdsbestek van één week wisselen.
Om een effectieve bestrijdingsstrategie te kunnen uitstippelen, is het volgens Koppert cruciaal om direct na het planten goed te scouten (en dit vervolgens natuurlijk de rest van het seizoen te blijven doen). "Gewaswaarnemingen zijn belangrijk om planten te inspecteren op Nesidiocoris tenuis, rupsen, spint en galmijt. Hang daarnaast Horiver-vangplaten op en tel wekelijks het aantal witte vliegen en mineervliegen. Ook de inzet van Deltatraps met soortspecifieke feromonen is belangrijk: dit kan helpen bij het traceren van Turkse mot en Tuta Absoluta."
Door deze meersporenstrategie te hanteren, zouden telers niet voor verrassingen moeten komen staan, aldus Koppert. Op tijd ingrijpen kan ook helpen, zodat er niet achter de feiten aangelopen hoeft te worden er een goed evenwicht kan worden opgebouwd in het gewas. Kortom: scouten is de sleutel tot een succesvolle tomatenteelt!
Voor meer informatie:
Koppert Biological Systems
Veilingweg 14
2651 BE Berkel en Rodenrijs
Tel: 010-5140444
Fax: 010-5115203
www.koppert.com