Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Wilde plantjes temmen voor een continue beschikbaarheid

Tholen - Lamsoren en zeekraal vormen nog altijd de belangrijkste producten voor ‘zeegroenteman’ Hans Elenbaas, maar de groei in de markt is met name te danken aan de nieuwe soorten die geïntroduceerd worden. “Hou de zeebananen en de zeevenkel in de gaten, want die gaan zich zeker ontwikkelen.”

Zelfs kenners in de AGF-sector hebben er misschien nog nooit van gehoord: zoutmelde, strandbiet, zeevenkel. Toch is het waar Hans Elenbaas zijn bedrijf op bouwt. Waar hij begon met het snijden van zeegroenten in het wild, is hij nu als handelsfirma bezig met het telen, importeren en exporteren ervan om een bredere markt van verse, zilte groenten te voorzien. Vanuit Zeeland levert hij inmiddels al jarenlang zeegroenten en zeewieren. Het is een niche markt die hij bedient. Het begint vaak bij de horeca. In de toprestaurants staan zijn zilte groenten op het menu.


Hans Elenbaas en Aart Jan Bil telen zeegroenten in de kas.

Elenbaas exporteert 40 procent van zijn producten naar het buitenland. De overige 60 procent blijft in Nederland, waar de meeste van zijn klanten zich bevinden. De vraag groeit, vanuit de horeca en daarbuiten. Ook groenten en visboeren en zelfs supermarkten tonen interesse om zeegroenten in het assortiment op te nemen.

Wilde plantjes temmen
Hans heeft er veel plezier in om nieuwe groenten te cultiveren en op de markt te brengen. Het is zijn uitdaging om de groenten continu te kunnen leveren. Daarom richtte hij in 2018 samen met zijn collega teler Aart Jan Bil het nieuwe bedrijf Nieuwe Zeeuwse Zilte Teelten op, waarmee hij experimenteert met de teelt van zeegroenten in kassen. De focus ligt op zeebananen en zeevenkel, omdat dit populaire soorten zijn. “Zeebananen halen we nu nog uit Australië. Dat blijven we doen, maar er is daarnaast ook ruimte voor eigen teelt. Dat maakt het product goedkoper en toegankelijker. Hetzelfde geldt voor zeevenkel, wat we nu uit Griekenland importeren. We proberen een geteelde variant te ontwikkelen die net zo lekker is als de Griekse.”

Net als monniksbaard, ook een Mediterrane groente. “Het spul is erg lekker, maar had vroeger het imago snel te bederven. Door nauwe samenwerking met onze Italiaanse teler, kunnen we er nu een THT van tien dagen op zetten. Het is een mooi product om mee te werken en niet erg duur.” Daarnaast willen we de proef op de som nemen met strandbiet, een soort dat we nu uit het wild halen, maar dat erg gevoelig is voor weersomstandigheden en plagen. Makkelijk is het niet. Je bent tenslotte bezig met het temmen van wilde plantjes.”


Zeekraal in de kas

Elenbaas’ meest populaire groenten: lamsoor en zeekraal, worden ‘s zomers voor het belangrijkste deel nog steeds met vergunning in het wild gesneden. Een veel kleiner deel wordt binnendijks geteeld. “Ik verwacht dat dit gaat veranderen, maar alles heeft zijn tijd nodig. De teelten zijn niet makkelijk. Dit jaar was een goed jaar voor de zeekraal uit het wild, maar de geteelde variant heeft veel tegenslag gehad. De droogte maakte de grond te zout en zorgde voor lagere opbrengsten. Hans legt uit: “De zoutminnende zeekraal heeft zowel zoet als zout water nodig. Het plantje neemt natrium en kalium op uit het water en de bodem. Dat kost energie. Als de omgeving te zout wordt, kost het zoveel energie dat de groei geremd wordt.” De vraag was wel goed dit jaar. “De prachtige zomer trok veel toeristen naar de restaurants.”

Zuinig op het imago
De arbeidsintensieve productie maakt dat zeegroenten dure producten zijn. Zeekool bijvoorbeeld.  “We oogsten hiervan maximaal zo’n 50 à 60 kilo per week, maar de schaarste zorgt ervoor dat de prijzen oplopen. Het is een mooi seizoensproduct dat soms tot wel 60 euro per kilo kost voor de horeca. Dat kun je niet in een groentenwinkel wegleggen. Een groot gevaar is dat de druk van de markt ervoor zorgt dat er soms zeekraal op de markt komt die de naam zeekraal in mijn ogen niet waard is. Als je als teler niet goed op de kwaliteit let, dan kan dat een bedreiging zijn voor de markt. Voor zo’n duur product is het imago extra belangrijk. Als het tegenvalt bij de consument is dat geen reclame. Het is dan ook onze grootste uitdaging om topkwaliteit te leveren. En dat tegen een goede, eerlijke prijs.

De zeekraal die aan de kust van Nederland, Frankrijk en Mexico groeit, is bevloeid met zeewater – en dat proef je. De zeekraal bijvoorbeeld die uit Israël komt, wordt in de woestijn geteeld en heeft nog nooit de zee gezien. Je proeft dan duidelijk een andere smaak en structuur.” In Zeeland zijn mensen het meer gewoon om de producten van de kust als groente te eten, maar snacken kan ook. “Mijn zoontje eet het zo weg”, lacht Hans. Zelf roerbakt hij zeekraal graag met een uitje.  “Door de hartige smaak van zeegroenten vinden kinderen het vaak erg lekker. Bij het toenemend aantal vegetariërs, van wie het eten is zonder een stukje vlees of vis soms wat flauw is, valt de zilte groente ook in de smaak.”

Dit artikel verscheen eerder in editie 11, 32e jaargang van Primeur. Zie hiervoor www.agfprimeur.nl.

Voor meer informatie:
Elenbaas Zeegroenten
www.zeekraal.nl

Hans Elenbaas
hans@zeekraal.nl