Tholen - Het mag inmiddels geen verbazing meer wekken dat Jan Robben, autoriteit op aardbeiengebied, de hele wereld over reist. Toch verwacht je niet direct dat er ook aardbeien in de Himalaya geteeld worden. In opdracht van Stichting Programma Uitzending Managers (PUM) ging Jan eind oktober die kant op voor een twaalfdaagse reis om de teelten daar tot grotere hoogte te laten stijgen. “In principe kun je bijna overal ter wereld aardbeien telen, mits de nachten relatief koel zijn en de dagen niet te heet. Aardbeien lusten ze overal.”
Het hoofddoel van de reis was het verder helpen van een handelsbedrijf in Kathmandu waar ze met een voorbeeldtuinderij zijn gestart om juist weer kennis te delen met lokale telers over de teelt van groenten en aardbeien. “Ze zijn daar kleinschalige experimenten gestart met tomaten, komkommers, aardbeien en nog enkele andere teelten. Zo stonden er bijvoorbeeld komkommers aan de draad in een kas waar ook bloemkooltjes groeiden.”
Aan Jan de taak om zijn kennis over te dragen op bijvoorbeeld het gebied van watergift en bemesting. “De mogelijkheden daar zijn beperkt, daar moet je rekening mee houden. Mensen zijn er echter erg creatief, dat is mooi om te zien. Als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan is hun strategie.”
Kijkje in de komkommerkas, waar ook bloemkool groeide.
De bergen in
Uiteraard bezocht Jan ook enkele aardbeientelers in de Himalaya. De teelt van aardbeien staat hoog in de Nepalese bergen flink in de belangstelling, ontdekte Jan. “De werkomstandigheden zijn hier erg moeilijk, maar alleen al in het district Kakani zijn er 175 telers, overigens wel met kleine arealen. Desondanks zag het er veelbelovend uit.”
Voor komend jaar is de verwachting dat er al 250 telers in het gebied zullen zijn. “De grond is vruchtbaar en er is grond genoeg. Wanneer de verkoop van aardbeien zo succesvol blijft als nu, zal de teelt zeker blijven groeien.” De aardbeien worden gezamenlijk afgezet via een Japans bedrijf dat de aardbeien in de hoofdstad Kathmandu verkoopt. “Een deel van de bevolking heeft wel geld en er zijn ontzettend veel toeristen. De consumentenprijzen liggen omgerekend rond de negen euro per kilo, waarvan de teler er drie tot vier euro per kilo van krijgt afhankelijk van de kwaliteit.”
Begin december gaat Jan weer naar een ander ver, bergachtig land. Ditmaal is dat Colombia. “Hier ga ik in het kader van een train de trainer project de Colombiaanse tuinbouw een steuntje in de rug proberen te geven. Colombiaanse telers willen graag een internationaal acceptabel product telen voor export, maar het ontbreekt ze nog aan de kennis om dat te bereiken. Ook willen ze graag een schoner product. Wij kunnen ze daarmee helpen, bijvoorbeeld in een demonstratiekas die door Nederlandse bedrijven daar is gebouwd om Nederlandse technologie te tonen aan lokale telers.”
Ondertussen wordt in Nederland ook gewerkt aan het op een hoger plan brengen van de Colombiaanse tuinbouw. In het World Horti Center wordt een horti-simulator-kas gebouwd, waarin het Colombiaanse klimaat kan worden nagebootst.
Aan de slag voor Flevo Berry
Jan zelf was dan weer op een beurs in Karlsruhe, waar de Erdbeer- und Spargelmesse werd gehouden. “Sinds 21 november ondersteun ik aardbeienveredelaar Flevo Berry, te beginnen op deze beurs. Ik zal vooral de ervaringen van telers en onderzoeksinstituten met hun rassen verzamelen om daarmee de teeltconcepten uitgekiender te maken.”
Over de aardbeienteelt in Nepal schreef Jan een rapport vol aanbevelingen. “Ze kunnen daar voorlopig wel mee vooruit. Wanneer de telers de aanbevelingen opgevolgd hebben, is er weer gelegenheid om terug te gaan. Misschien over een jaar.” Maar eerst Colombia.
Voor meer informatie:
Jan Robben
[email protected]