Verschillende bladplukbehandelingen zijn in de winter- en de zomermaanden toegepast in het tomatenras Brioso. Dat gebeurde in het kader van een onderzoek van Wageningen University & Research.
De winterbehandelingen bestonden uit een standaard waarbij 33% van de kleine blaadjes in de kop van het gewas werd weggenomen en waarbij 11-12 bladeren werden aangehouden en twee behandelingen met elk 55% bladpluk waarbij 8-9 respectievelijk 10-11 bladeren werden aangehouden. De zomerbehandelingen bestonden uit dezelfde standaard, een behandeling zonder bladpluk en dus een groot bladoppervlak en een behandeling met 66% bladpluk vanaf de 4e à 5e tros, waarbij het bladaantal ongeveer gelijk werd gehouden aan dat van de standaard.
Er werd geconcludeerd dat 55% bladpluk in de winter onder de heersende weersomstandigheden te veel van het goede is geweest en het gewas aan het einde van de winter heeft verzwakt. Dit is daarom een risicovolle strategie.
De totale productie werd het meest bepaald door het gemiddelde vruchtgewicht en in tweede instantie door het aantal vruchten. Bladpluk bovenin leidt in de winter tot een betere drogestofverdeling naar de vruchten, terwijl bladpluk halverwege de gewasdiepte in de zomer tot een slechtere drogestofverdeling leidt. Een belangrijke vraag is hoe het overschot aan assimilaten dat in de zomer wordt opgebouwd door een kleine vrucht tomaat voor de
productie kan worden gebruikt.
Klik hier voor het complete onderzoeksrapport.
Bron: WUR