Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Ontrafeling van het champignon-genoom biedt vele kansen

Een consortium van 20 onderzoeksgroepen, waaronder Wageningen UR Plant Breeding, onderdeel van Wageningen UR, hebben het genoom van de champignon (Agaricus bisporus) volledig in kaart gebracht. Deze nieuwe kennis is een belangrijke stap in het onderzoek voor een duurzame champignonproductie en het onderzoek naar gezondheidsbevorderende stoffen in champignons. De onderzoekers publiceerden het champignon-genoom gisteren, op 8 oktober, in het toonaangevende tijdschrift PNAS.



Wageningen UR Plant Breeding heeft voor dit project het DNA geleverd van het eerste hybride champignonras die door deze onderzoeksgroep in 1980 is gemaakt. Dit ras is nog steeds het voornaamste ras dat wereldwijd geteeld wordt. Anton Sonnenberg, onderzoeker bij Plant Breeding: “Het nu ontrafelde genoom is van onschatbare waarde voor het veredelen van nieuwe champignonrassen voor verschillende doeleinden”.

40% van de kosten van de champignonteelt gaat naar de productie van het substraat. Om de productie van de champignon efficiënter en duurzamer te maken is het belangrijk om te weten hoe de champignon gebruik maakt van dit substraat. In de natuur is de champignon te vinden op bodems met veel bladafval waar al mineralisatie heeft plaatsgevonden door andere micro-organismen. Door de mineralisatie worden er veel complexe stoffen gevormd, zoals humuszuren. Uit het nu ontrafelde genoom blijkt nu hoe de champignon dit complexe substraat afbreekt. Deze kennis is zeer relevant voor het ontwikkelen van een efficiëntere en duurzamere productie van deze eetbare paddenstoel.

De nu beschikbare kennis is ook belangrijk om te begrijpen hoe het champignonmycelium aangezet kan worden tot de vorming van de knopjes die uitgroeien tot champignons. Sonnenberg: “die knopvorming is één van de belangrijkste processen in de teelt en het beter kunnen sturen van dit proces is de ultieme wens van elke teler”.

De laatste jaren is ook duidelijk geworden dat niet alleen in Oost Azië geteelde paddenstoelen gezondheidsbevorderende stoffen bevatten maar ook de champignon. Het nu ontrafelde genoom is daarom een uitstekende basis om nieuwe champignonrassen te ontwikkelen, gericht op een verhoogd gezondheidsbevorderend effect.

Publicatiedatum: