Oorsprong
Het Brussels grondwitloof beschikt over een rijke traditie. Het ontstond in de gemeente Schaarbeek en meer bepaald in de “Botanieken Hof” aan de Schaarbeekse poort. Voor de Brusselse capucienenbaard gebruikten de telers dikke wortels. Na verloop van tijd gingen ze zich toeleggen op de verbetering van de eerste scheut. De witloofkroppen waren geboren!Foto's: Bart Deseyn
Dubbel teeltproces
Het Brussels grondwitloof is een groente die bekomen wordt door een dubbel teeltproces: de wortelteelt gevolgd door de forcerie of trek. Een klein blauw bloempje is het prille begin van het grondwitloof. De bloemen staan rond april tot half mei in bloei, en worden dan geoogst en tot zaad verpulverd. In mei het jaar erop wordt het gedroogde zaad gezaaid. De natuur doet haar werk en vanaf september kan men oogsten. Dit is echter nog niet het beroemde grondwitloof. Het is een lange wortel met een loof van ongeveer 40 centimeter hoog. Dit loof wordt meteen gekortwiekt en de wortels gaan in grote houten kisten. In een aparte machine worden ze nog eens bijgesneden. De ideale wortel is gemiddeld 35 millimeter dik en 20 cm lang. De wortels rijpen gedurende 8 dagen in een koeling van 3°C. Daarna gebeurt het belangrijkste werk: het planten van de wortels – in vaktermen: “intafelen”, waaruit straks het Brussels grondwitloof ontstaat. Uiteraard in volle grond. Dat intafelen is een secuur werkje. De wortels worden naast elkaar geplaatst in ‘lagen’ van ongeveer 35 cm diep. Ze worden bedekt met 5 tot 20 cm kruimelige aarde. Vervolgens worden ze door de kweker verwarmd dankzij een buizensysteem met warm water. Op drie weken tijd komt het witloof dan tot wasdom. Het arbeidsintensieve oogsten en verwerken kan beginnen.Vroeg – winterloof – laat
Er zijn vier termijnen bij de oogst: de eerste “vroege” wordt tot eind oktober geoogst, bij de tweede “vroege” wordt eind december gestopt met oogsten. Het winterloof kan tot begin februari geoogst worden. Ten slotte is er nog het late witloof dat uiterlijk begin mei uit de grond komt. “Perfect grondwitloof herken je aan de vorm. Het moet mooie proporties hebben en wortel en loof moeten in verhouding zijn. Het is net een vrouw,” lacht teler Patrick Dewinter uit Perk – bij wie de witloofgeschiedenis meer dan 100 jaar terug gaat. “De bladeren moeten ver naar boven lopen en de puntjes van de top moeten stevig zijn.”Het Brussels grondwitloof is een van de weinige Vlaamse traditionele streekproducten met een Europees streeklabel, een BGA (Beschermde Geografische Aanduiding).
Meer info op www.streekproduct.be of www.grondwitloof.be