Wetsvoorstel voor kwekersvrijstelling naar de Kamer
Dit wetsvoorstel voor een beperkte kwekersvrijstelling is het gevolg van een reeks Kamervragen van de afgelopen drie jaar. Daarin werd door alle partijen in de Kamer opgeroepen om de negatieve effecten van de opkomst van het octrooirecht in de plantenveredeling het hoofd te bieden. Plantum heeft dit probleem in 2009 aanhangig gemaakt en gevraagd om een volledige kwekersvrijstelling. Daarbij is de veredelaar – net als in het kwekersrecht – vrij om materiaal te gebruiken voor verdere veredeling en om zijn eindproduct vrijelijk te mogen beschermen en vermarkten.
Het wetsvoorstel wordt begeleid door een advies van de Raad van State over de verenigbaarheid van de beperkte en volledige kwekersvrijstelling met internationaal recht. Plantum vindt het zeer opmerkelijk dat dit advies niet overeenkomt met eerdere juridische analyses over deze vraag, Daarin werd juist geconcludeerd dat het mogelijkheden is om binnen het TRIPs verdrag van de Wereldhandelsorganisatie tot vergaande uitzondering voor planten te komen.
De Tweede Kamer heeft de regering ook gevraagd om de volledige kwekersvrijstelling binnen Europa te propageren, om de kennis over intellectueel eigendom binnen de sector te verhogen, en om bedrijven zelf gedragsregels inzake licentieverlening te laten afspreken. Deze acties lopen nog. Daarnaast is de regering gevraagd na te gaan of zo’n specifieke uitzondering in het octrooirecht negatieve gevolgen zou kunnen hebben voor andere industrieën. Die vraag heeft geleid tot een rapport van de Commissie Trojan, waarin het door Plantum benoemde probleem helder onderkend wordt. Deze commissie geeft ook een reeks van oplossingsrichtingen die allen als valide worden beoordeeld (zie persbericht Plantum van 3 september jl).
Plantum ziet dit wetsvoorstel als een eerste stap naar een verdere vrijmaking van de toegang tot door octrooien beschermd plantmateriaal voor de plantenveredeling.