Wisselende weersomstandigheden lastig voor hommels

In de warmere periodes van het jaar is het raadzaam om meer hommelkolonies per week te introduceren dan aan het begin van het teeltseizoen. Ondanks die extra inzet zien we de afgelopen weken toch de mate van bevlieging haperen of achteruit gaan. Dit is het gevolg van een (combinatie van een) aantal oorzaken.

Vorige week sloeg het weer ineens om; van een lange periode van relatief donker en vochtig weer, naar een aantal warme dagen en nu een terugval naar ‘normaler’ weer. Dit kan een direct effect op de mate van bestuiving geven. Door wisselende omstandigheden kan het stuifmeel te droog of juist te nat zijn, waardoor het niet loslaat of voor de hommels niet aantrekkelijk is om meegenomen te worden. Een indirect effect van het weer op de bestuiving vormt het beschikbare UV-licht. Hommels hebben dit nodig om zich te kunnen oriënteren. Wanneer er minder licht is, kan de activiteit om die reden wat afnemen.

Een ander effect is wanneer het te warm is; hommels gaan dan ventileren om de temperatuur te reguleren en gebruiken die tijd niet om voedsel te verzamelen (=bestuiven). voor een korte periode zijn bovenstaande situaties geen probleem; bij aanhoudend warm weer kan het wel voor kleinere hommels en/of kolonies zorgen.

Naast temperatuur is ook het aanbod van voedsel van belang; introduceer geen extra kolonies wanneer er minder bloemen zijn gezet. Het eventuele voedseltekort wordt vaak al gecompenseerd door stuifmeel dat uit planten buiten de kas wordt gehaald.

Verspreid de inzet van de extra kolonies over tijd; niet te veel in één keer om overbevlieging en later onderontwikkeling te voorkomen. Schakel terug naar het oorspronkelijke inzetschema zodra er weer meer activiteit te zien is en de bloemen weer normaal worden gepakt!

Bron: www.koppert.nl