Uitspraak Kokopelli-zaak bevestigt geldigheid Europese richtlijnen
Graines Baumaux had in Frankrijk een rechtszaak aangespannen tegen Kokopelli wegens oneerlijke concurrentie, omdat zij groenterassen op de markt bracht die niet op de Franse of Europese Rassenlijst stonden. In eerste aanleg oordeelde de Franse rechter dat inderdaad sprake was van oneerlijke concurrentie door Kokopelli. In hoger beroep verzocht Kokopelli de rechters om een prejudiciƫle vraag (een vraag over de uitleg van Europese wet- en regelgeving) aan het Europese Hof van Justitie voor te leggen.
Aan het Europese Hof van Justitie is gevraagd of richtlijn 2002/55/EG (groentezaadrichtlijn) en richtlijn 2009/145/EG (richtlijn betreffende amateur- en oude rassen) in strijd zijn met het evenredigheidsbeginsel, het gelijkheidsbeginsel, het beginsel van vrij verkeer van goederen, het beginsel van de vrije uitoefening van economische activiteiten en het internationale verdrag inzake plantgenetische hulpbronnen voor voedsel en landbouw. In het bijzonder gaat het hierbij om de beperkingen die deze richtlijnen stellen aan de productie en het in de handel brengen van uitgangsmateriaal van oude rassen.
Het Europese Hof van Justitie heeft geoordeeld dat deze richtlijnen niet in strijd zijn met alle hierboven genoemde beginselen. Het Hof heeft hiermee dus bevestigd dat deze richtlijnen geldig zijn. De uitspraak wijzigt niets aan de regeling voor het in de handel brengen van uitgangsmateriaal van oude rassen; dit was en blijft mogelijk volgens de in de richtlijn genoemde regels. Ook heeft het Europese Hof zich niet uitgesproken over de vraag of sprake is van oneerlijke concurrentie. Over deze vraag zal de Franse rechter, met inachtneming van deze uitspraak, moeten oordelen.