"Inkomens tuinders in lijn brengen met succes agrosector"

De agrosector is een van de weinige, die fors groeit in tijden van crisis. De betekenis van deze sector voor de export - ons land is de tweede exporteur van land- en tuinbouwproducten ter wereld - en de nationale economie blijft onverminderd groot. “De ontwikkeling van inkomens van telers en tuinders moeten we in lijn zien te brengen met het succes van de agrosector. Daarom zal een evenwichtiger verdeling van de marges in de keten nog sterker onderdeel worden van de inzet van LTO voor duurzaam ondernemen.”

Dit zegt voorzitter Albert Jan Maat van LTO Nederland in een reactie op het vandaag gepresenteerde Landbouw Economisch Bericht 2012 van LEI Wageningen UR. Het is volgens Maat alle hens aan dek om zowel via het Gemeenschappelijk landbouwbeleid als via ruimte in het mededingingsbeleid een groter deel van de opbrengstprijs van agrarische producten terecht te laten komen bij telers en tuinders. Hij verwijst naar het Verenigd Koninkrijk, waar een marktmeester toezicht houdt op de prijsvorming in de keten.

Tegenover het exportsucces staan de magere inkomens in de land- en tuinbouw, die vorig jaar fors zijn gedaald. Dat komt vooral door de sterk gestegen kosten door onder meer duurdere energie (+10% met 4% lager gebruik) en veel duurder veevoer (+22% en 1% lager volume). Volgens ramingen van het LEI eindigde in 2011 één op de vijf bedrijven in de primaire sector op een inkomen van nul of minder. Vooral ondernemers in de glastuinbouw en de legpluimveehouderij zagen hun inkomens dramatisch dalen. Daarentegen waren de bedrijfsresultaten van vleesvarkensbedrijven en vooral de melkveehouderij aanzienlijk beter dan in het voorgaande jaar.

Ondanks dat investeringen in de agrarische sector onder druk staan, blijft de noodzaak om vooral op het gebied van duurzaamheid hoog te scoren, aldus LTO-voorzitter Maat. Het hoge niveau van de agrosector kan volgens hem ook op de langere termijn alleen maar worden gehandhaafd als Nederland zich onderscheidt met kwaliteitsproducten. ”We moeten het beter doen dan anderen en daarom zijn kennis en innovatie zo belangrijk. Het gaat om ‘beter met minder’, oftewel beter produceren met minder input en minder emissies.”