Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Silke Hemming van WUR bekijkt mogelijkheden in Japan

Nederlandse kennis voor ontwikkeling glastuinbouw tsunamigebied

De Nederlandse tuinbouwsector werkt samen met Japanners in het door de zeebeving en tsunami getroffen gebied rond de stad Sendai. Een jaar na de ramp kijkt Japan vooruit. Tuinders willen graag intensieve tuinbouw, zoals in Nederland.Onlangs werd een groep Nederlandse experts uitgenodigd in Sendai om de mogelijkheden voor glastuinbouw te bekijken. Silke Hemming, teamleider Tuinbouwtechnologie van onderzoekscentrum Wageningen UR, was erbij.

‘Het eerste wat mensen je vertellen is wat ze allemaal verloren hebben: familie, vrienden, huizen, bedrijven. Het is heel dramatisch. Maar de volgende zinnen in hun verhaal gaan steevast over de toekomst,' zegt Hemming. 'Ze zetten de schouders eronder en willen het gebied opnieuw gaan inrichten.'Het viel Hemming op dat bijna al het puin van de ramp bij Sendai al is opgeruimd. ‘Het is een grote lege vlakte. Af en toe zie je nog de fundering van weggespoelde huizen of een boot die op het land is geworpen. Het is vooral leeg en kaal en dat geeft nieuwe mogelijkheden.’

Grote opbrengst, klein oppervlak

Vóór de ramp was er al wat landbouw en tuinbouw rond Sendai. Rijstvelden en kleine kassen met aardbeien en bloemen. telers en tuinders willen nu percelen samenvoegen en de tuinbouw intensief maken: een grotere opbrengst van een kleine oppervlakte halen. Laat dat nu juist iets zijn, waar Nederland sterk in is.Daarom was ook het Nederlandse bedrijfsleven vertegenwoordigd in de missie van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Rubert Konijn was erbij namens samenwerkingsverband Greenport Holland International. ‘De Japanse tuinbouwbedrijven zijn klein, soms maar één hectare en dat is niet efficiënt.''De landbouw in Japan is een vrij conservatieve sector, beschermd door de overheid. Het verkopen en samenvoegen van grond is hier nog een zeer gevoelige aangelegenheid,' vertelt Konijn. 'Maar de ramp met de tsunami en de daardoor leeg gevallen grond, biedt nieuwe kansen. Mensen willen verandering. Afzetmarkt Tokio ligt om de hoek, je zou hier prima tomaten, paprika en aubergines kunnen telen.’

Radioactieve straling en kernenergie

De Japanners hadden veel vragen voor Konijn, bijvoorbeeld over energie. ‘Door de kernramp met Fukushima willen ze in Japan minder afhankelijk worden van kernenergie.''De Nederlandse tuinbouw lévert juist energie aan het net door bijvoorbeeld het systeem van warmtekrachtkoppeling. De installatie die de kas verwarmt, produceert tegelijk stroom en ook CO2 om de planten te bemesten. Met zonne-energie en biovergisting hebben wij ook veel ervaring.'‘Het is niet dat de Japanners niets afweten van glastuinbouw,' zegt Silke Hemming. 'Maar wat wij ze kunnen leren is systeem-denken. Ze hebben hier bijvoorbeeld prima LED-lampen, die kopen wij zelfs van ze. Maar dat heeft invloed op het gewas, op hoe je het moet bemesten en water geven.''Nederland is een kei in het inrichten van kassen waarbij alle aspecten: klimaatbeheersing, materiaal, teelttechnieken, belichting perfect samenwerken en zo veel mogelijk opleveren.’Is het eigenlijk wel veilig om al met tuinbouw aan de slag te gaan, gezien de radio-actieve straling na de Fukushima ramp? Ja, zeggen zowel Hemming als Konijn. Rond Sendai is er geen straling meer. Het ligt vele kilometers ten noorden van Fukushima.

Concrete afspraken

‘Een veel groter probleem is het zout dat in de bodem zit, doordat het zeewater na de overstromingen lange tijd is blijven staan,' zegt Hemming. 'Ze moeten de grond gaan spoelen, voordat ze weer kunnen planten. Daarom zouden kassen nu alvast een uitkomst kunnen bieden.’Na het Nederlandse bezoek aan Japan, wordt nu gewerkt aan een bezoek van de Japanners aan Nederland. Rubert Konijn zegt dat Nederland graag zaken wil doen met Japan op tuinbouwgebied. 'In juli is er in Tokio een congres over onder meer glastuinbouw. Daar staan we met een paviljoen. En ondertussen proberen we elkaar vaak te spreken en concrete afspraken te maken.’

Bron: rnw.nl
Publicatiedatum: