De traditionele Chinese kassen hebben een te lage productie en efficiëntie om aan de vraag te kunnen voldoen en moeten plaats maken voor een nieuw ontwerp
In Beijing wonen 20 miljoen mensen en 90% van hun voedsel wordt ’s nachts aangevoerd van buiten de regio. De burgemeester van Beijing, Guo Jinlong, die in september 2011 in Nederland op bezoek was bij Wageningen UR Glastuinbouw in Bleiswijk, wil in de komende jaren meer voedsel gaan betrekken uit de directe omgeving. COFCO, één van de grootste bedrijven in de Chinese voedingsindustrie, springt hierop in en gaat een ‘ecovallei’ van ruim 100 hectare ontwikkelen in de buurt van de miljoenenstad. Het doel is een park, waar op duurzame wijze voedsel wordt geproduceerd en verwerkt en waar mensen kunnen wonen en recreëren. In de ecovallei moet huisvesting komen voor 60.000 mensen. Het project zal model staan voor de ontwikkeling van meer van dergelijke parken nabij grote steden in China.
Adaptieve kas
COFCO en de bestuurders van Beijing hebben al in 2010 Wageningen UR benaderd om mee te denken over de inrichting en ontwikkeling van de ecovallei, waar duurzame vollegrondsgroententeelt, fruitteelt en glastuinbouw moet komen. Het project is tot stand gekomen via de Wageningen Beijing office, dat zorgt voor de organisatie en afstemming ter plekke. Het project wordt geleid door Willie van de Broek van Food & Biobased Research en Xiaoyong Zhang van het LEI. Medewerkers van Alterra, LEI, Wageningen UR Glastuinbouw, PPO Bollen Bomen en Fruit en AGV hebben samen een eerste schets voor het park gemaakt. Eind februari werd het eerste resultaat gepresenteerd in China en vrijwel gelijktijdig hebben bestuursvoorzitter Aalt Dijkhuizen van Wageningen UR en Loek Hermans van Greenport Holland een intentieverklaring ondertekend, waarin een brede samenwerking met Wageningen UR werd bekrachtigd.Wageningen UR Glastuinbouw ontwikkelde samen met LEI een voorstel voor een kascomplex van 6 hectare voor de teelt van tomaten, paprika, komkommer en aubergine. “De kas in ons voorstel is afgestemd op de Chinese situatie. Het is een toepassing van het adaptieve kasprincipe voor China,” vertelt Bakker. “We gaan daarbij uit van de lokale omstandigheden en van de marktsituatie. De eis daarbij is dat de teelt zo duurzaam mogelijk moet zijn. Op dit moment ligt er een scenario op hoofdlijnen. We gaan nu met de Chinese partner kijken wat de vervolgstappen zijn. Mogelijk kan het Nederlandse tuinbouwbedrijfsleven een belangrijke rol spelen bij de realisatie en de opleiding van de mensen.”
Bron: Wageningen UR