Het experiment was onderdeel van een onderzoek onder circa 500 jongeren tussen de 12 en 18 jaar in Nederland. Onderzocht is welke factoren van invloed zijn op de groenteconsumptie van jongeren. Het onderzoek maakt deel uit van het meerjarige project 'Wat gaan we eten? Groente!'. Dat moet leiden tot meer groenteconsumptie door 12 tot 18-jarigen.
Thuissituatie bepalend
Het onderzoek laat zien dat groente vooral tijdens het avondeten wordt gegeten en slechts af en toe tijdens de lunch, tussendoor of bij het ontbijt. Degenen die vaker naast de warme maaltijd groenten eten, consumeren ook meer groenten in het algemeen. Het creëren van een extra eetmoment voor groenten buiten de warme maaltijd via de school of de omgeving van de school is dan ook een een goede manier om de groenteconsumptie onder jongeren te verhogen.Ook de thuissituatie is erg belangrijk. Groenteconsumptie is hoger onder jongeren, die van huis uit meer betrokken zijn bij hun voeding. Bijvoorbeeld doordat ze vaker (meehelpen met) koken. Of vaker met het hele gezin van jongs af aan groente eten.
Aantrekkelijke presentatie
Smaak is belangrijk en bepaalt ook de keuze. Gezondheid wordt door jongeren wel belangrijk gevonden, maar dit is niet doorslaggevend. De aantrekkelijkheid van het product, veelal op basis van het uiterlijk, is volgens de jongeren weer minder belangrijk, maar is wel een bepalende factor in de uiteindelijke keuze. Dit blijkt uit het keuze-experiment. Om groenteconsumptie te stimuleren onder jongeren moet groente dus gepresenteerd worden op een manier die voor jongeren aantrekkelijk is.Zie voor meer informatie het rapport Wat gaan we eten? Groente!; Kwantitatief onderzoek onder jongeren tussen de 12 en 18 jaar op de site van het LEI.