Elk jaar 3000 heipalen voor CombiVliet
Voor elke bouwfase zijn zo’n 3000 heipalen nodig, één per veertig vierkante meter. Economische crisis en Ehec-rampspoed kunnen het familiebedrijf niet tegenhouden. "Maar je weet natuurlijk nooit wat er gaat gebeuren", waarschuwt algemeen directeur Theo van Vliet (53). Voorlopig ligt het bedrijf op koers met de voorgenomen groei. Met de uitbreiding tot 24 hectare is CombiVliet de grootste tomatenproducent van Nederland. In 2018 dus veruit, na alle acht bouwfases. Opnieuw een nuance. ,,Het blijft een verrassing wat andere bedrijven doen.’’
’NoordVliet’ in Middenmeer is de zevende vestiging van het Zuid-Hollandse bedrijf. De eerste tomaten in de nieuwe kas aan de Tussenweg op Agriport A7 zijn twee maanden geleden, eind november, geplukt. De aankoop van de 123 hectare grond - een investering van 150 miljoen euro - kwam een jaar eerder rond.
Nu het toch over spectaculaire cijfers gaat: CombiVliet staat hoog genoteerd in de zogeheten Hillenraad Top 100. Dit is een ranglijst van de honderd meest toonaangevende bedrijven in de Nederlandse glastuinbouw. In 2011 steeg CombiVliet met vier plaatsen naar de 55e positie. "Daar zijn we heel trots op", glundert Theo van Vliet.
Met de zeven vestigingen, waarvan vijf in Zuid-Holland en één in Zeeland, oogst CombiVliet tomaten op 56 hectare. De komende jaren komt daar dus steeds 12 ha bij in de Wieringermeer. ,,Wij breiden de eerste tijd alleen in Agriport uit ’’, kondigt Van Vliet aan. De oogst gaat het gehele jaar door. CombiVliet levert dus ook in de periode november tot april. De jaarrond teelt van tomaten staat nog in de kinderschoenen. Minder dan 5 procent van de bedrijven is hierop ingericht. ,,Continue levering zien wij als extra service aan onze klanten.’’
Met een omzet van 35 miljoen euro in 2011 en zeventig medewerkers in vaste dienst, is CombiVliet nu al een van de grotere spelers in de tomatensector. Theo van Vliet is de derde generatie in het familiebedrijf. Zijn 25-jarige zoon Roy is locatiemanager geworden van NoordVliet. De overgrootvader van Roy begon in Monster (gemeente Westland).
Het bedrijf richtte zich eerst op cherrytomaten (in de winkel als Petit Ceri). Het assortiment is uitgebreid met grove trostomaten (Bella Donna en Royal Vine) en pruimtrostomaten (Roma Donna). De trostomaten zijn veruit in de meerderheid. Uit een gloednieuwe verpakkingshal van 9.000 vierkante meter (bijna een voetbalveld) verlaat de vruchtgroente het bedrijf.
De duurzame bedrijfsvoering en de hightech aanpak zijn bij CombiVliet het beste zichtbaar op de vestiging NoordVliet. Met twee reusachtige WKK-installaties (warmtekrachtkoppeling) op het eigen terrein voorziet deze vestiging voor twee derde in zijn behoefte aan elektra.
De WKK’s wekken stroom, CO2 en warmte op. Een hoger CO2-gehalte in de kassen stimuleert de tomaatproductie. De rest van de benodigde stroom koopt CombiVliet van andere kwekerijen op Agriport. ,,Deze mogelijkheid is een van de grote voordelen van Agriport’’, zegt Theo van Vliet. Het bedrijf zocht het hogerop toen Zeeland geen ruimte voor uitbreiding had. ,,Hier in Wieringermeer konden we precies kopen wat we wilden.’’ De twee huidige WKK’s zijn toereikend voor de eerste twee bouwfases (totaal 24 ha glas).
Zelf geproduceerde warmte bewaart NoordVliet in een warmteopslagtank, de grootste van Nederland. De inhoud is liefst 10.000 kubieke meter.
Groter, moderner, duurzamer. De ontwikkelingen op Agriport gaan razendsnel. Als voorbeeld wijst Van Vliet op het meerjarig gebruik van steenwol. Deze matten, waarop de plantjes groeien, vervangt CombiVliet niet meer jaarlijks. ,,De meeste kunnen bijna tien jaar mee. Stomen is elk jaar voldoende.’’
Driehonderd hectare glas staat er nu in Agriport. De eerste kassen zijn gebouwd in 2006. Agriport is vitaal onderdeel van de Greenport Noord-Holland Noord. De bedrijven werken nauw samen op gebied van teeltbegeleiding, opslag, verwerking en transport.
Jack Kranenburg van Agriport is blij met de komende uitbreiding van CombiVliet met 12 hectare. ,,Een belangrijk signaal van vertrouwen in deze economisch moeilijke tijd.’’
Bron: Noordhollands Dagblad