Kennis van de biologische gewasbescherming in tomaat, paprika en komkommer was er nog niet toen Cor Lagerwerf dit voorjaar in dienst kwam en de leiding over de teelt van de vruchtgewassen kreeg. "Maar ‘biologisch’ is ons handelsmerk", zegt hij. "We leveren onder meer voor het biologisch programma van The Greenery en aan Eosta. Ook in de voor ons nieuwe gewassen wilden we snel hele goede resultaten met de biologie behalen. Bestrijders zouden het gewas grotendeels moeten beschermen."
Maximaal biologisch
BiJo startte op advies van de Koppertconsultants Alex Taal en Marjolein Stolk met iets grotere aantallen bestrijders dan gebruikelijk. "Louter omdat onze kennis nog te klein was”, zegt Cor. "Op deze manier creëerden we als het ware een buffer voor het geval we bij het scouten een plaaginsect of een beginnende haard over het hoofd zouden zien." Half augustus blijkt de doelstelling – maximaal biologisch – grotendeels bereikt te zijn. In paprika (6.000 m2) kreeg BiJo begin juli te maken met een ernstige uitbraak van luis. Met het plantaardige correctiemiddel Spruzit kon het probleem niet worden opgelost. Cor: "De luis kreeg een tik, maar het biologische systeem liep nog meer schade op. Twee weken later is een overkill aan zweefvliegen en galmuggen ingezet. Die aanpak werkte heel sterk; weer twee weken later zagen we helemaal geen luis meer."Komkommer en tomaat
In komkommer (5.500 m2) is de eerste teelt goed verlopen en overtrof de productie de doelstelling. Ook in de tweede teelt, die op 2 juli begon, zijn er geen problemen. Swirski-Mite (Amblyseius swirskii tegen trips, spint en witte vlieg) en Spidex (Phytoseiulus persimilis tegen spint) houden het gewas netjes schoon. “En het aantal vruchten per vierkante meter ligt alweer op een hoog niveau", aldus Cor.Kleine problemen zijn er nog met de brandnetelwants en plaatselijk is er overlast van rupsen. Ook in tomaat (13.800 m2) gaat het goed. Soms moet nog naar het juiste evenwicht worden gezocht, waarbij de speciale condities in de energieproducerende kas (een gasaansluiting is er niet meer, warmte en koude wordt in ondergrondse bronnen opgeslagen) een rol kunnen spelen. Zo bouwt om nog onduidelijke redenen Macrolophus caliginosus geen volledige populatie op. "Jammer, want naast spint zou hij ook rupsen kunnen aanpakken. Maar we hebben in tomaat geen mineervlieg en geen luizen en de sluipwespen Eretmocerus eremicus en Encarsia formosa houden witte vlieg onder controle."
Anders denken
Cor stelt dat er nog genoeg te leren is. "Je moet anders leren denken. Het gaat erom goed te scouten en steeds op tijd voldoende aantallen bestrijders in te zetten. Dat is het kunstje wat je onder de knie moet krijgen. Verder moet je niet meteen schrikken van een luisje of een wit vliegje. Als je de populaties bestrijders hebt, worden veel potentiële problemen in de kiem gesmoord en ontstaat geen hinder. We hebben op het moment een ‘schone’ tuin", zeg ik weleens.Bron: BioJournaal, Koppert Biological Systems