"Gebruik producten uit dierlijke mest vergelijkbaar met introductie kunstmest"

"We zijn blij dat de experimenten binnenkort van start kunnen en beschouwen dit bericht vooral als loon na werken. We hebben er immers hard aan getrokken om dit proces in gang te zetten.” Dat zegt Peter Brouwers van de LTO werkgroep Mest en Mineralen in een reactie op het bericht, dat Brussel groen licht heeft gegeven voor een tiental proefprojecten met een mineralenconcentraat uit dierlijke mest.

Brouwers spreekt van een doorbraak omdat nu voor het eerst werkelijk zicht ontstaat op een alternatieve meststof, die over enige tijd het gebruik van kunstmest kan gaan vervangen. "Voor de productie van kunstmest is veel energie nodig. Door nieuwe technieken kunnen met dierlijke mest nu stappen vooruit worden gezet, die ook heel belangrijk zijn voor de klimaatafspraken in het kader van Schoon en Zuinig", aldus Brouwers.

Hij heeft hoge verwachtingen van het gebruik van het mineralenconcentraat. Dit concentraat kan tot revolutionaire veranderingen leiden voor het gebruik van producten uit dierlijke mest. Brouwers: "Twee jaar geleden zijn we hier zelf mee begonnen. Het is positief dat de ministeries er vervolgens ook werk van hebben gemaakt en nu formeel toestemming hebben gekregen. Samen met de ministeries gaan we nu door, want het bedrijfsleven gaat net als de overheid zelf mee investeren in het vervolg van dit traject."

De proeven in de praktijk duren twee jaren. Het gaat in totaal 20.000 hectares, waarop bovenop de gebruiksnorm voor dierlijke mest een product uit mestverwerking mag worden toegepast. Gedurende het hele traject vindt onderzoek plaats naar onder meer de samenstelling van het concentraat, de landbouwkundige werking ervan, de milieueffecten, de afzetmogelijkheden en dergelijke. Brouwers noemt de opschaling in 2011 de volgende grote stap. "Wij hebben als bedrijfsleven hier vaart in gekregen en de uitdaging is nu om dat zo te houden. Al bestaande verwerkingsinstallaties bieden dermate goede perspectieven, dat we met de meerwaarde van producten uit dierlijke mest een nieuwe fase ingaan. Dit proces is naar mijn overtuiging voor de Nederlandse land- en tuinbouw vergelijkbaar met de introductie van kunstmest in het begin van de vorige eeuw."

Een voorspelling over wanneer het vloeibare mineralenconcentraat met veel stikstof en kalium op grote schaal in de land- en tuinbouw zal worden gebruikt, wil Brouwers nog niet doen. "Het belangrijkste is nu dat de proefprojecten in februari van start gaan en dat we na twee jaar heldere en overtuigende resultaten op tafel hebben, waar we mee verder kunnen. Het mes snijdt bovendien aan twee kanten: dierlijke mest kan worden omgezet in een hoogwaardige meststof en dat heeft uit een oogpunt van klimaat en milieu grote voordelen."