"Vanaf februari waren bij de eerste telers 5 Macrolophus per plant aanwezig. Nu, begin juni, zien we dat vier van de vijf telers dat niveau hebben bereikt. Een beter introductiebeleid werpt overduidelijk vruchten af, telers komen minder vaak voor verrassingen of problemen te staan".
Opbouw niet belemmeren
Hoewel dit jaar soms 2 tot 3 exemplaren Macrolophus per vierkante meter werden ingezet, duurde het nog betrekkelijk lang voordat de roofwantsen een strijdbare populatie wisten te ontwikkelen. "Veel telers kiezen in de winter voor een ras met een lichte plantbelasting, met weinig trossen", legt Ben uit. "Afhankelijk van het ras – er zijn verschillen — snijden ze soms behoorlijk veel blad, de plek waar veel bestrijders hun eieren leggen. Dat wegsnijden heeft zodoende de populatieontwikkeling van Macrolophus caliginosus en ook van Encarsia formosa vertraagd. In de donkere maanden (november tot en met februari) hebben Macrolophuseieren 30 dagen nodig om uit te komen. Het is dus niet alleen van belang om voldoende bestrijders in te zetten. Het gaat ook om het optimum tussen enerzijds gewasontwikkeling en anderzijds de ontwikkeling van goede populaties bestrijders, om de opbouw niet te belemmeren".Bron: Biojournaal, Koppert Biological Systems