Volgens onderzoek van de NVWA heeft één FresQ-lid geprofiteerd van het overtreden van de Europese subsidieregels. "Aangesloten telers bereikten onderling een akkoord van de prijs. Slechts één van hen profiteert vervolgens van de verkoopprijs die de producentenorganisatie voor de producten weet te krijgen. Bovendien kon het betreffende lid zodoende gebruik maken van de subsidieruimte die door de hogere afzetprijzen werd gerealiseerd ten koste van andere betrokken leden die daardoor niet hun productiekosten konden optimaliseren." Dat staat in het tweede faillissementsverslag.
In het verslag staat ook dat volgens het CBb, het bestuur van FresQ niet op de hoogte was van de afspraken. Volgens het CBb heeft FresQ hiermee een ernstige inbreuk gemaakt op het criterium voor erkenning als producentenorganisatie en moet haar ter zake grove nalatigheid worden verweten.
Dat alles is van belang omdat het uiteindelijk gaat om het terugvorderen van de verstrekte subsidies bij de aangesloten telers. Daar heeft FresQ recht toe, tenzij de terugvordering te wijten is aan FresQ. De curator doet hiernaar onderzoek. Daarvoor heeft het ministerie van Veiligheid en Justitie een garantstelling toegekend. Daarmee worden de kosten van het onderzoek vergoed. In het kader van dit strafrechtelijk onderzoek heeft op 18 mei 2017 een doorzoeking plaatsgevonden bij FresQ, waarbij een deel van de administratie van FresQ in beslag is genomen.