Een aantal buitenlanders voelt zich na het Brexit-referendum niet meer welkom in het Verenigd Koninkrijk en ook de zwakke koers van het Britse pond maakt het land minder aantrekkelijk voor arbeidsmigranten. Dit heeft tot gevolg dat veel tuinbouwbedrijven in 2017 een tekort aan seizoensarbeiders vrezen, zo meldt Reuters.
18 jaar lang werkte de Poolse Jerzy Kwapniewski gedurende de zomermaanden in de Britse appelpluk. Volgend jaar gaat hij echter in Duitsland op zoek naar seizoenswerk. Kwapniekski is niet de enige Oost-Europese seizoenswerker die getroffen wordt door het Britse vertrek uit de EU. Door de koersval van het pond zien seizoenswerkers hun loon dalen naar een niveau dat gelijk is aan dat in hun thuisland. Bovendien maken velen zich zorgen over hun veiligheid nu zij steeds vaker het doelwit lijken te zijn van racisme.
Uitzendbureaus voor Oost-Europese arbeiders hebben Reuters laten weten dat zij de laatste twee maanden 600 arbeidsplaatsen niet hebben kunnen invullen. Eén van hen, Fruitful jobs, vertelt dat sinds het referendum het aantal mensen dat zich aanmeldt bij hun wervingsbureaus in Polen en Bulgarije met 70% is gedaald ten opzichte van de gebruikelijke daling van 35% aan het einde van het seizoen.
Jaarlijks komen er vanuit de EU zo'n 80.000 seizoenarbeiders naar het Verenigd Koninkrijk om te helpen met de oogst. Telers zijn bang dat het wegvallen van deze aantallen een bedreiging voor de sector vormt, die voor 7% bijdraagt aan de economische productie van het land. Britse arbeidskrachten tonen weinig belangstelling voor dit soort werk en door de immigratiewetgeving kunnen er geen krachten van buiten de EU aangenomen worden. De Farmers Union heeft de regering dan ook met klem verzocht de wetgeving te versoepelen. Als dit niet gebeurt, zullen groenten en fruit volgend jaar weg liggen te rotten op de akkers, één van de vele onvoorziene gevolgen van de Britse 'nee'-stem.
De regering heeft aangegeven de mogelijkheden van tijdelijke werkvergunningen te onderzoeken en Britse telers te beschermen bij het vertrek uit de EU. Verder wil het de werkgelegenheidsvooruitzichten voor Britten verbeteren. De landbouwsector draagt voor €120 miljard bij aan de Britse economie en draait op seizoenwerkers. Met een uurloon van minimaal €8 was het seizoenwerk aantrekkelijk genoeg om ervoor naar het buitenland te gaan. Het uurloon dat voor het referendum gelijk stond aan 41 Poolse zloty, is nu echter nog maar 34 Poolse zloty waard.
Premier Theresa May heeft gezegd dat de Britse 'nee'-stem een noodkreet voor immigratiebeperking was en scherpte de regels voor arbeidsmigranten aan. Sindsdien is de regering wel enigszins teruggekrabbeld maar de gevolgen voor de sector zijn duidelijk voelbaar. "We dragen een boodschap uit dat mensen niet langer welkom zijn," vertelt Ali Capper, van Stocks Farm, waar de Pool Kwapniewski al die jaren werkzaam was. Als voorzitter van de Tuinbouw- en Aardappelvereniging ziet Capper in de praktijk hoe veel bedrijven worstelen om aan voldoende arbeiders te komen.
Andrea Leadsom, Landbouwminister en Brexit-voorstander, zegt open te staan voor werkvergunningen voor seizoensarbeiders maar ze hoopt dat Britse arbeiders het werk zullen overnemen. In het verleden hebben pogingen hiertoe echter weinig succes gehad.