Mark Benoit is hoofdteler bij BrightFarms Capitol Greenhouse in Elkwood, Virginia, waar hij het hele jaar door waakt over zo'n 18.000 m2 aan kassen. The Atlantic interviewde de Afghanistan-veteraan over hoe hij in de landbouw terechtkwam, wat hij leuk vindt aan het werken in kassen en hoe de overgang vanuit het leger hem heeft veranderd.
Wat is BrightFarms en wat doe je daar?
Ik ben hier de hoofdteler. BrightFarms is in feite een startup die samen met verschillende supermarktketens kassen bouwt en exploiteert. We willen het eerste nationale merk lokale producten creëren. Op dit moment zijn we gespecialiseerd in hydrocultuur tomaten en snijgroenten voor salades.
We werken samen met lokale winkeliers: Giant, Wegmans, Martin's, Peapod en Roundy's. We leveren versproduct aan hen en bezuinigen zo op het transport. Ook verhogen of verlagen we in samenspraak met hen de hoeveelheden. Dit doen we gedurende het hele jaar.
Hoe ben je aan hydrocultuur begonnen?
Mijn verhaal is vrij uniek. Ik ben in deze sector beland na mijn laatste verblijf in Afghanistan. Ik was daar drie jaar als soldaat in het leger en als aannemer. Op mijn laatste dag daar was ik met wat Afghaanse collega's op een bergtop een machinegewerenkuil aan het graven.
Ik herinner me dat het erg warm was. Ik had mijn volledige uitrusting aan met rugzak, geweer, alles, dus ik zweette me kapot. Ik trok mijn verrekijker omlaag en zag iemand met een hooivork graven. Ik dacht: "Dit is niet goed", want als je iemand ziet graven, betekent het meestal dat ze bermbommen aan het ingraven zijn.
Hij bleek gewoon bezig te zijn met het graven van een irrigatiesloot. Hij verschoof een klomp klei en het water liep over al zijn velden. Ik dacht: "Wauw." Ik graaf hier met een pikhouweel en deze man is daar beneden gewoon met een koel briesje lekker bezig met het irrigeren van zijn gewassen. Ik dacht dat dat iets was dat ik ook kon gaan doen. En dat is wat ik heb gedaan.