In deze demonstratieve rassenproef werd op vraag van de sector gefocust op dergelijke cressen als voorjaarsteelten in tunnel. Het doel van de proef was om deze in het voorjaar te oogsten als microgroente of 'cresse' in het stadium van kiemlobben of maximum 1 echt ontluikend blaadje.
Op het zaaibed werd een laag van 4 cm organisch materiaal aangebracht voor een betere onkruidbeheersing. Potgrond en groencompost werden vergeleken als organisch materiaal. Verder werd ook het breedwerpig inzaaien vergeleken met het zaaien op rijtjes in functie van het snijgemak.
Voor de teelt als 'cresse' met als doel de afzet naar restaurants werden volgende hoofdvragen bekeken:
- Welke rassen zijn geschikt om te snijden als cresse?
- Welke rassen zijn het meest geschikt om vroeg in het voorjaar te telen?
- Welke rassen zijn het aantrekkelijkst wat betreft uiterlijke kenmerken?
- Welk organisch materiaal zorgt voor de beste onkruidbeheersing?
Zowel de potgrond als de groencompost slagen er de eerste weken goed in om het meeste onkruid tegen te houden. Na verloop van tijd komt er meer onkruid door bij de bedden met potgrond in vergelijking met de groencompost.
Van de tien verschillende gewassen die uitgetest werden blijken Bloedzuring (Vreeken's zaden, links) en Rode basilicum (Bingenheimer, rechts) niet geschikt om al in de tweede helft van februari te zaaien. De opkomst is heel traag en erg onregelmatig.
Ook Zuring Nobel (Vreeken's zaden, links) en Rode biet Bull's blood (Vreeken's zaden, rechts) laten lang op zich wachten.
De andere 6 soorten komen snel op. Ondanks zijn snelle opkomst vertoont Radijs Topsi (Hild, links) geen aantrekkelijke eigenschappen voor de teelt als cresse, de kiemlobben worden erg groot terwijl het steeltje heel kort blijft. Koolrabi Delikatesse blauwe (De Bolster, rechts) blijkt wel aantrekkelijk te zijn. Echter, door zijn erg hoge bladinplanting kan er maar één keer gesneden worden, er is bijna geen hergroei mogelijk.
Voor meer informatie & resultaten, zie het uitgebreide verslag op pcgroenteneelt.be.