Belangrijke punten voor Nederland zijn:
- Een goede balans tussen harmonisatie van de regels en de ontwikkeling van de sector, waarbij voldoende ruimte is voor nationale invulling. Ook Nederland ziet verbetermogelijkheden in de huidige regelgeving, maar is gekant tegen een volledige herziening.
- Nederland is tegen een abrupte beëindiging van de bestaande uitzonderingen gezien de grote gevolgen die dit kan hebben voor de continuïteit van Nederlandse biologische bedrijven. Nederland wil een stapsgewijze benadering door per uitzondering rationeel te bezien of deze geschrapt moet worden en zo ja, op welke termijn.
- Nederland wil de diversiteit in de biologische landbouw in stand houden, waarbij het gaat om zowel het voortbestaan van gemengde bedrijven (gangbaar naast biologische landbouw) als differentiatie van de genetische basis van de veestapel en de variëteit van uitgangsmaterialen.
- Ook vindt Nederland het aantal gedetailleerde regels die via gedelegeerde handelingen van de Europese Commissie worden vastgesteld buiten proportie omdat deze niet in verhouding staan tot het behalen van de doelstellingen. Herzieningen mogen niet ten koste gaan van wat in Nederland al is opgebouwd vanuit eerder gevoerd stimuleringsbeleid (zoals investeringen in stallen of bedrijfsgebouwen).
- Nederland vreest een verminderde toegang tot de Europese markt voor producenten uit ontwikkelingslanden vanwege de overgang van een importsysteem gebaseerd op overeenkomstigheid ("compliance") in plaats van gelijkwaardigheid ("equivalence").
- Ook wenst Nederland duidelijkheid over de financiële consequenties en de administratieve gevolgen van de voorstellen voor de overheid, het bedrijfsleven en de consumenten.
- Nederland steunt evenwel de Europese Commissie in haar voorstel om de verplichte jaarlijkse controles te vervangen door controles op basis van risicoprofielen, en voor kleinschalige bedrijven een groepscertificeringssysteem te introduceren.
bron: Ministerie van Economische Zaken