Europese erkenning voor West-Vlaamse hopscheuten
Op het einde van de 19e eeuw serveerden verschillende restaurants in de streek van Poperinge al gerechten met Poperingse hopscheuten. Hopscheuten waren toen een nevenproduct van de hopbellenteelt, die nodig was voor de productie van bier. De streek rond Poperinge is uiterst geschikt voor de hopteelt omwille van zijn bodemstructuur en klimaat. Poperinge is, samen met de streek van Asse-Aalst, decennialang de hopschuur van West-Europa geweest. Vandaag bekleedt Poperinge niet meer deze vooraanstaande functie maar de teelt van hopbellen en van hopscheuten is wel gebleven en wordt lokaal gekoesterd.
Seizoen verlengd naar vier maanden'
Vroeger konden hopscheuten enkel in volle grond geplukt worden. Dat gebeurde eind maart tot half april bij het uitlopen van de plant na de winterrust. Het seizoen van de hopscheuten was daardoor beperkt tot 3 weken. Als gevolg van teeltonderzoek en -ontwikkeling kunnen Poperingse hopscheuten nu ook gewonnen worden in een verwarmde plaats. Daardoor zijn hopscheuten tegenwoordig verkrijgbaar van Kerstmis tot eind april. De Lovie, Centrum voor begeleiding van personen met verstandelijke handicap, in Poperinge, is een belangrijke leverancier van hopscheuten onder glas.De hopscheuten vinden via veiling Reo vlot aftrek naar horeca. Belgische chefs maar ook buitenlandse chefs zijn grote liefhebber van dit uiterst verfijnde product.
Vlaamse erkenning
Als opstapje naar Europa gebruiken de telers sinds 2007 het streekproduct.be label van VLAM. Na deze Vlaamse erkenning startten 'De Poperingse hopscheuttelers' met ondersteuning van REO-veiling, de Europese registratieprocedure. Zeven jaar later is de Europese erkenning een feit. De Poperingse hopscheuten hebben hun Beschermde Geografische Aanduiding (BGA) op zak. Ze zijn het eerste West-Vlaamse streekproduct met een Europese erkenning. Europa vindt traditionele streekproducten belangrijk, ze vallen volledig binnen het Europese streven naar plattelandsontwikkeling, biodiversiteit en duurzaamheid. Met de EU-labels wil men de unieke kwaliteiten van deze producten en de lokale knowhow beschermen. Eerder kregen de Gentse azalea, de Vlaams-Brabantse tafeldruif, Brussels grondwitloof, de Geraardsbergse mattentaarten, lambiekbier, geuze en oude kriek al een Europese erkenning.