Agriterra versterkt coöperatie en marketing in Indonesië
Richard vertelt: "We hebben drie ledenorganisaties van API bezocht die bezig zijn met het opzetten van coöperaties om hun producten beter te kunnen vermarkten. Op Java ging het om biologische rijst, en op Bali en Sulawesi om cacao. Onze taak was hen voor te lichten hoe ze hun coöperaties in kunnen richten en versterken, en daarnaast hoe ze met marketing aan de slag kunnen". Het woord 'coöperatie' werd daarbij overigens zoveel mogelijk vermeden. Robert: "Telers hebben geen positieve associaties met coöperaties omdat in het recente verleden de leden door corruptie nauwelijks voordeel hadden van hun coöperatie. Daarom hebben we het zoveel mogelijk over 'collectieve marketing organisaties' gehad, daar werden ze wel enthousiast van".
Certificering
Sommige groepen waren al wat verder ontwikkeld dan anderen, zoals bijvoorbeeld de biologische rijsttelers op Java. Zij hebben een certificering van het Zwitserse IMO op zak en hebben ook al een paar containers succesvol naar Europa geëxporteerd. Robert: "De cacaoproducenten waren nog niet zover om te exporteren. Maar we hebben een monster met gefermenteerde cacaobonen mee naar Nederland genomen om te kijken hoe hier de kwaliteit beoordeeld wordt."
Collectief investeren
De productie per teler is erg beperkt: een gemiddelde rijstteler teelt zo'n 0,2 tot 0,5 hectare. Voor cacao ligt de gemiddelde bedrijfsgrootte ook rond de 0,5 hectare. Na West-Afrika is Zuidoost-Azië de belangrijkste cacaoproducent en Indonesië is met een aandeel van 80% veruit de grootste producent in de regio. Cacaovruchten worden na het plukken opengebroken waarna de natte cacaobonen eruit gehaald worden. Om later een goede chocoladesmaak te krijgen, moeten de bonen gefermenteerd worden en vervolgens gedroogd. Richard: "Daarvoor moeten de telers investeren in fermentatieboxen, weegschalen en droogcapaciteit. Als de coöperatie erin slaagt om daarin collectief te investeren, blijkt dat voor veel telers reden te zijn om lid te worden".
Tussenhandel
De grootste uitdaging is het veranderen van de denkwijze van de telers. Om zo snel mogelijk geld in handen te hebben, verkopen ze niet-gefermenteerde cacaobonen aan een handelaar, die een stuk minder per kilo opbrengen dan gefermenteerde bonen. "Vaak hebben ze ook nog geld geleend van de tussenhandelaren, wat ze pas na de oogst terug hoeven te betalen en wat verrekend wordt met de productie die ze leveren. Alleen krijgen ze daar natuurlijk een lagere prijs voor dan ze elders zouden kunnen ontvangen", aldus Richard.
Businessplan
De beide agripoolers hebben niet alleen gesprekken en workshops met leden en bestuurders gehouden, maar ook veldbezoeken uitgevoerd en (potentiële) klanten bezocht. Robert: "Die wisten precies te vertellen aan welke eisen de producten moeten voldoen. Met name een gegarandeerd volume met stabiele kwaliteit is belangrijk. Daar moeten de telers nog aan werken. Verder doen productiebedrijven liever zaken met een coöperatie, dan met duizenden individuele telers". Alle drie de organisaties hadden de eerste stappen gezet richting samenwerking binnen een coöperatie. Net als in Nederland financieren de leden mee in hun coöperatie. In Indonesië gebeurt dat door entreegeld te betalen en een maandelijkse contributie. Richard: "Eén van hen had ook al concept-statuten klaarliggen, maar bijvoorbeeld nog geen businessplan aan het papier toevertrouwd. Het zat wel in hun hoofd. Zo werd ons verzekerd, maar dat helpt je natuurlijk niet om externe financiering en nieuwe leden aan te trekken".
Ambitie
Al me al zijn Indonesische telers erg ambitieus en grijpen de hulp van Agriterra met beide handen om zo weer een stap verder te komen". Met name op Sulawesi zit volgens de beide mannen nog veel potentie. Richard: "De telers waren daar heel enthousiast en ze hebben onze workshop in grote getale bijgewoond. Eén van de telersdie nog niet van de reeds opgerichte coöperatie gehoord had, werd ter plekke lid, omdat hij ervan overtuigd was dat het hem voordeel zou gaan bieden. Daar doen we het uiteindelijk voor!"