Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Ruim helft van Vlaamse land- en tuinbouwbedrijven innoveert

Meer dan de helft van de bedrijven die deelnemer aan het Landbouwmonitoringsnetwerk (LMN) heeft de voorbije jaren minstens één innoverende investering doorgevoerd. De frequentie van innovatie en de aard van de innovaties verschillen wel naargelang van de kenmerken van het bedrijf en de bedrijfsleider.

Vijf jaar na de eerste enquête ondervroeg het Departement Landbouw en Visserij in 2012 de land- en tuinbouwbedrijven opnieuw over innovatie. Het begrip innovatie staat voor allerhande nieuwe producten, technieken, organisatievormen, manieren van vermarkten en andere vernieuwingen op bedrijfs- en ketenniveau. Meer dan de helft van de bedrijfsleiders antwoordt positief op de vraag of er de voorbije 5 jaar vernieuwingen waren op het bedrijf. Dat is een aanzienlijke stijging ten opzichte van 2007.

Innovaties niet zelf ontwikkeld

De analyse toont aan dat bedrijfsleiders de innovaties niet zelf ontwikkelen, maar dat zij de vernieuwing slechts in een latere fase op het bedrijf implementeren. In veel gevallen zijn het de leveranciers van machines, infrastructuur, voeders, enz. die de innovatie ontwikkelen en vervolgens op de markt brengen. Zo'n manier van werken is in Vlaanderen zeer succesvol gebleken, maar daardoor is het eigenaarschap en de betrokkenheid in de ontwikkeling eerder beperkt voor de land- en tuinbouwers.

Motieven: hoger inkomen, arbeidsbesparing, kwaliteitsverbetering

Uit de resultaten blijkt dat bedrijfsleiders vooral innoveren om een hoger inkomen te realiseren, arbeid te besparen en de kwaliteit te verbeteren. Daarbij werken ze steeds vaker samen, vooral met collega-landbouwers. De belangrijkste knelpunten zijn een onzekere markt, een gebrek aan tijd, wetgeving en het ontbreken van financiering.

Sierteelt koploper

De tuinbouwsector kent het grootste aandeel innovatieve bedrijven met de sierteelt als absolute koploper. Gemengde en akkerbouwbedrijven innoveren het minst vaak, maar toch innoveert nog steeds 40% van die bedrijven.

Bedrijfsleiders die innoveren zijn gemiddeld jonger.

Jongere bedrijfsleiders kennen ook vaker verschillende types innovatie. Hoe hoger het opleidingsniveau van de bedrijfsleider, hoe groter de kans op innovatie. Daarnaast blijkt ook dat bedrijven die uitgebaat worden door natuurlijke personen of via een een persoonsvennootschap beduidend minder vaak innoveren dan bedrijven die een formelere juridische structuur hebben. Grotere bedrijven innoveren vaker.

Zie voor meer informatie het rapport Innovatie in de land- en tuinbouw in Vlaanderen op de site van de Vlaamse Overheid.


Bron: Vlaamse Overheid
Publicatiedatum: