'Biologisch bewerkt land draagt bij aan tegengaan van klimaatverandering'

Biologisch bewerkt land stoot minder lachgas uit en neemt grotere hoeveelheden methaan uit de atmosfeer op, wat bijdraagt aan het tegengaan van klimaatverandering. Dit is het resultaat van een evaluatie van 19 vergelijkbare studies door FiBL en de universiteit van Hohenheim. De resultaten van deze analyse zijn nu gepubliceerd in de online versie van het 'Science of the Total Environment journal'.

Uit de analyse blijkt dat op biologisch beheerde bodems gemiddeld 492 kilo Co2 per hectare uitgestoten wordt. Dit is lager dan van niet-biologisch beheerde bodems. Bovendien ligt de opname van methaan in de atmosfeer op biologisch gekweekte gronden iets hoger.

Het meten van de uitstoot van broeikasgassen in een tarweveld.

De lagere lachgasemissies zijn het gevolg van de lagere opbrengstniveaus in de bio-landbouw. In dit onderzoek is overigens geen rekening gehouden met emissies die voortvloeien uit bijvoorbeeld de productie van meststoffen of het beheer van boerderij-afval.

Hoofdonderzoeker Andreas Gattinger bij FiBL is ervan overtuigd dat de bevindingen van de studie een positieve bijdrage leveren aan de verdere ontwikkeling van de biologische landbouw. "Het feit dat biologisch beheerde bodems een lagere hoeveelheid lachgas uitstoten is vooral te danken aan de bodemkwaliteit. De hogere lachgasemissies op niet-biologische gronden lijken vooral gekoppeld te zijn aan de hoeveelheden stikstof-meststoffen die worden toegepast", zegt Gattinger.

Er zijn nog geen vergelijkende studies over de uitstoot van broeikasgassen uitgevoerd in de regio op het zuidelijk halfrond. Dergelijke studies zijn volgens Gattinger nodig om de landbouwmanagementsystemen te optimaliseren in termen van hun uitstoot van broeikasgassen en om de resultaten over te dragen aan verschillende bodems, regio's en teeltsystemen.

De studie werd uitgevoerd als onderdeel van het 'Carbon Credits for Sustainable Land Use Systems'-project, met de steun van de 'Mercator Foundation Switzerland'.

Een kopie van de studie kan aangevraagd worden bij Andreas Gattinger.