Het kabinet gaat vijf tot tien telers aanwijzen die cannabis gaan telen voor de 'wietproef'. Dat schrijven minister Bruins van Medische Zorg en minister Grapperhaus van Justitie in een brief aan de Tweede Kamer.
De telers zijn onderdeel van een experiment met een gesloten cannabisketen, dat het kabinet in het regeerakkoord aankondigde. Het kabinet wil met dit experiment onderzoeken welke effecten het legaliseren van 'de achterdeur' heeft op de veiligheid, overlast en volksgezondheid. Voorlichting over het gebruik ervan en aandacht voor problematisch gebruik horen ook bij de proef.
Onlangs bracht de commissie Knottnerus een advies uit over het plan van aanpak. Een van die adviezen luidde dat er voldoende telers aan de proef moeten meedoen, zodat een monopoliepositie wordt voorkomen en de variatie van wietsoorten en de continuïteit van levering wordt vergroot.
De telers en coffeeshophouders worden op basis van een speciale vergunning bij het experiment betrokken en ze zijn zelf verantwoordelijk voor wat ze produceren en verkopen. Op die manier wil men waardevolle data verzamelen over de teelt en over de voorkeur van de consumenten.
De commissie adviseerde de proef groter aan te pakken dan de 6 tot 10 gemeenten zoals het kabinet dat in het regeerakkoord had staan. Daar gaven de ministers geen gehoor aan. Om het experiment goed te kunnen handhaven, houdt het kabinet vast aan dit aantal.
Op dit moment voert het kabinet overleg met diverse partijen om het experiment verder voor te bereiden. De ministers streven ernaar het wetsvoorstel zo snel mogelijk bij de Tweede Kamer in te dienen.