Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Canada bedreigd door twee groentenplagen

Opkomst koolgalmuggen en preimotten in Canadese Maritimes

In de Canadese Maritimes zijn sinds kort twee plagen in opkomst: de koolgalmug (Contarinia nasturtii) en de preimot (Acremepiopsis assectella). Telers worden gewaarschuwd op hun hoede te zijn.

PREIMOTTEN
Preimotten vormen een bedreiging voor Allium-gewassen, waaronder knoflook, prei, uien, sjalotjes en bieslook. Deze plaag arriveerde in de jaren negentig in Canada en heeft populaties in Ontario, Quebec en de noordoostelijke Verenigde Staten. De preimot is onlangs definitief gesignaleerd in Annapolis Valley in Nova Scotia en in New Brunswick bij de grens met Quebec. Of de plaag zich ook op Prince Edward Island bevindt, is niet zeker.

Op basis van de in Ottawa Valley waargenomen levenscycluspatronen kunnen we drie generaties preimotten verwachten in de Maritimes: midden april, van half juni tot half juli en van half juli tot eind augustus.

De wijfjes leven ongeveer 23 dagen en leggen eieren op de lagere bladeren of dichtbij de plantbasis. Eieren zijn erg klein (0,4 millimeter) en moeilijk te zien met het blote oog. De larve (1-14 mm) komt vier tot elf dagen later uit en vestigt zich in de bladeren of boort zich door de bladeren een weg naar het hart van de plant, de knoflook of prei. 

Doordat ze zo klein zijn zullen telers waarschijnlijk eerder insectenuitwerpselen en vraatschade opmerken voordat ze larven ontdekken. Deze vraatschade en uitwerpselen op binnenbladeren kunnen prei onverkoopbaar maken. 

KOOLGALMUGGEN
De koolgalmug is een plaag van koolgewassen of kruisbloemigen. Deze galmug werd voor het eerst in 2000 gezien, in Ontario, en dit was de eerste detectie van deze plaag in Noord-Amerika. Het komt nu veel voor in Ontario en Quebec en in delen van de Verenigde Staten.

Telers zouden regelmatig hun velden moeten verkennen om signalen van deze plaag op te sporen. Volwassen koolgalmuggen zijn erg klein (1,5-2 mm), moeilijk waarneembaar en moeilijk te onderscheiden van andere galmuggensoorten. In Ontario zijn er vier tot vijf overlappende generaties per jaar (vanaf ongeveer midden mei tot half oktober) en de verwachting voor de Maritimes is ongeveer hetzelfde.

Vrouwtjes leggen eieren rond het groeipunt van onder andere broccoli, bloemkool, kool, canola, boerenkool, spruitjes en koolraap, maar ook bij bepaalde kruiden, waaronder wilde mosterd en barbarakruid.

Om eitjes (0,3 mm) en larven (0,3-4 mm) te zien is een lens nodig. De door larven bij het voeden afgescheiden stoffen affecteren de fysiologie van de plant. Telers zullen dus waarschijnlijk eerder de schade zien dan de plaag door bijvoorbeeld de dood van de hoofdscheut of het groeipunt met als resultaat een blinde kop of een meerstammige of meerkoppige plant. Andere symptomen zijn vervormd en gedraaid, gezwollen of onsamenhangend weefsel en bruine, kurkachtige littekens langs de bladstelen en stammen.

Koolgalmuggen zijn slechte vliegers en kunnen dus het best gevonden worden onder beschermde omstandigheden zoals langs veldranden of windbrekers. Wanneer deze plaag zich eenmaal heeft gevestigd, is het moeilijk te bestrijden. Het wordt vooral verspreid bij het transport van transplantaten. Zorg er dus voor dat je leverancier een goede plaagbestrijdingsstrategie heeft.

ACTIES
In de bedreigde regio's werken diverse Canadese landbouworganisatie samen aan het inzetten van feromoonvallen tegen deze twee destructieve plagen. Telers wordt geadviseerd hun velden regelmatig te verkennen en contact op te nemen met deze landbouworganisaties als de aanwezigheid van een van deze plagen vermoed wordt. 

Voor meer informatie:
Farm Focus
Tel.: +1 902 354 5411
Email: dvlpublishing.office@gmail.com
Publicatiedatum: