De meest recente inzet voor meer zelfredzaamheid en herbalancering kan gevonden worden in het document "Russia's National Security Strategy to 2020" uit 2009, waarin het Kremlin zijn doelen voor het komende decennium uitlegt. Hierbij horen onder andere het verbeteren van de voedselveiligheid, het bevorderen van competitieve binnenlandse industrieën in farmaceutica, computer technologieën, telecommunicatie, elektronica en programmering; en het verminderen van het belang van het export model voor grondstoffen. Om dit in context te kunnen plaatsen, is het belangrijk om iets te weten over de ontwikkeling van de Russische economie, dat uit te leggen valt door de uitdagende geografische ligging van het land.
Ruslands geografische uitdagingen
Ruslands populatie heeft zich gegroepeerd in het mildere Europese westen, terwijl het midden en oosten van het land gedomineerd wordt door permafrost. Deze permafrost is aanwezig op ongeveer 65% van het land. Daarnaast lopen de Russische rivieren voor het grootste deel in het noorden en zuiden, waardoor ze ongeschikt zijn om goederen over te vervoeren. Hoewel Rusland een van de landen is met de meeste natuurlijke bronnen ter wereld, zijn deze over zulke grote afstanden verspreid en in zeer moeilijke klimaten, dat hun extractie en export grote problemen opleveren. Veel van de overvloedige metaal, olie- en gasreserves zijn verspreid over Siberië. Geografisch gezien beslaat dit enorme grondgebied een 10e van 's werelds landoppervlakte.
Door de eeuwen heen hebben Russische leiders zeer veel moeite gehad met de Russische geografie. De dominante hoeveelheid van de Russische populatie leeft op het platteland, en tot de Russische Revolutie van 1917 was Rusland dan ook een belangrijke exporteur van tarwe en andere granen. In Siberië zorgde de industrialisatie ervoor dat de economische aandacht verschoof van bont en hout naar metalen en kool, en uiteindelijk naar olie en natuurlijke gassen. Transport logistiek en het ruwe terrein hebben echter Ruslands handel altijd ondermijnd.
Het socialistische beleid van de Sovjet-Unie accentueerde deze inefficiënties. Het beleid was dat producten zo dicht mogelijk bij de grondstoffen moesten worden gemaakt, waardoor arbeiders gedwongen werden te verhuizen naar deze vaak moeilijke en afgelegen locaties. Veel goederen die in de Sovjet-Unie geproduceerd werden daarnaast negatief ontvangen door consumenten binnen en buiten het land. Het gebrek aan concurrentie en de inefficiënties door de slechte geografie zorgden namelijk voor zeer slechte producten. De slechte opbrengsten en het gebrek aan investeringen in de agrarische sector hebben uiteindelijk dan ook zeker bijgedragen aan de val de Sovjet-Unie.
In de jaren na de val van de Sovjet-Unie is Rusland overgeschakeld op een markt economie, waardoor een afhankelijkheid van de export van energie duidelijk is geworden. De vrij zwevende valuta heeft duidelijk gemaakt hoe afhankelijk de waarde van de roebel is van de waarde van olie. De Russische economische crisissen - van 1997, 2008 en 2014 — kwamen tegelijk met de ineenstorting van de olieprijzen, terwijl goede economische tijden worden gelinkt aan hoge energieprijzen. Toch heeft de afhankelijkheid aan olie zelfs in goede tijden een probleem opgeleverd voor de rest van de economie. Het huidige overschot op de rekening van de energie export zorgt ervoor dat de vraag naar de roebel toeneemt. Hierdoor neemt ook de prijs van de valuta toe, waardoor de rest van de economie minder competitief wordt op de internationale markt.
Met de Nationale Veiligheidsstrategie van 2009 wou het Kremlin slapende sectoren zoals de agrarische en technische sectoren groter maken en afstand nemen van het grondstof export model. Na dit initiatief zette de Russische overheid in 2010 specifieke doelen op het gebied van duurzaamheid voor 2020. Onder deze doelen viel bijvoorbeeld het zelfredzaam worden op gebied van graan en aardappelen door aan 95% van de binnenlandse vraag te kunnen voldoen. Andere productie targets waren het produceren van 90% van de binnenlandse behoefte aan zuivel en 85% van het vlees.
Een crisis van mogelijkheden
Pogingen om de zelfredzaamheid op het gebied van fabrieksproducten te vergroten waren minder succesvol. De zwakke roebel heeft de Russische binnenlandse markt competitiever gemaakt, maar door al lang bestaande beperkingen is het Rusland niet gelukt om de internationale concurrentie te overklassen. Op eerste gezicht lijkt de auto-industrie wel een succesverhaal, maar uit nader onderzoek blijkt dat buitenlandse bedrijven afhankelijker zijn geworden van hun Russische gezamenlijke ondernemingen, omdat de zwakke valuta de importkracht van het land heeft verminderd. Dus hoewel er meer vraag is naar in Rusland gemaakte auto's, hebben de bedrijven in het land hier niet per se voordeel van gehad.
Het Kremlin is nu op zoek naar manieren om de veranderingen binnen de economie na 2014 permanent te maken. Het gevaar hiervan is dat wanneer de olieprijs zich herstelt, de roebel ook weer gaat stijgen. Dit zou de voordelen die de zwakkere roebel op de agrarische sector heeft wegvagen, en waarschijnlijk voor sommige bedrijven het einde betekenen. De Russische oplossing hiervoor is het instellen van een nieuwe fiscale regel. Dit betekent dat een olieprijs van boven de $40 (€32) per vat als toeval wordt gezien. Het geld boven de $40 (€32) zal in een fonds worden gezet voor toekomstige uitgaven. Hiermee wordt de directe link tussen olieprijs en economische gezondheid doorbroken - en dit lijkt te werken, omdat roebel voor het eerst in zes maanden de hogere olieprijzen weerstaat.
Het Kremlin hoopt dat de lagere roebel niet alleen helpt om de Russische agrarische sector sterk te houden, maar dat de fabrieksgoederen hier mettertijd ook voordeel van zullen ondervinden. De Russische consument zal echter de prijs betalen voor deze strategie. De verminderde koopkracht van de Russen heeft er al toe geleid dat sommige producten, zoals verse zuivel, fruit en vlees, minder verkocht worden. Breder gezien zal Ruslands grotere zelfredzaamheid in de agrarische sector het land meer vrijheid geven op de internationale markt. Wanneer een land afhankelijk is van de import van voedsel zijn ze namelijk gevoeliger voor sancties. Een land dat zelfredzaam is kan daarom meer risico's nemen zonder bang te hoeven zijn voor represailles. Op korte termijn maakt de grotere zelfredzaamheid Rusland daarom armer, maar ook onafhankelijker.