Gisteren presenteerde de Vereniging Vlaamse Provincies een landbouwstudie waarin het hele agrobusinesscomplex in Vlaanderen in kaart wordt gebracht. In 2015 bestond dit uit 34.112 bedrijven. 70% hiervan waren land- en tuinbouwbedrijven; de andere 30% werd ingevuld door de overige sectoren. Samen representeerden ze 6,2% van het aantal btw-plichtige Vlaamse bedrijven en waren ze goed voor een omzet van €57,1 miljard.
Aantal bedrijven daalt
Het totaal aantal Vlaamse landbouwbedrijven neemt gemiddeld af met 4,5% per drie jaar. In Vlaams-Brabant is de afname met 3,4% het kleinst; in Antwerpen met 6% het grootst. De meeste landbouwbedrijven bevinden zich in Vlaanderen (6.611 in 2015). Hierna volgt Oost-Vlaanderen met 4.448 bedrijven. In Antwerpen, Limburg en Vlaams-Brabant zijn tussen de 2.000 en 3.000 landbouwbedrijven te vinden.
Veel zelfstandigen
In Limburg komt relatief veel tuinbouw voor; akkerbouw bevindt zich grotendeels in Vlaams-Brabant. Op 31 december 2015 telden de sectoren 11.317 betaalde arbeidskrachten. Iets meer dan de helft hiervan is actief in de teelt van eenjarige gewassen. Hier tegenover staan 52.564 zelfstandigen. De meeste hiervan zijn actief in een gemengd bedrijf.
Omzet
Uit het rapport wordt duidelijk dat de landbouw voor een zeer hoge omzet zorgt. De 18.248 bedrijven met SO groter dan €25.000 zorgden in 2015 voor een totale standaardopbrengst van €5,3 miljard. Dit is 9% van de totale omzet binnen het Vlaamse agribusinesscomplex. €2 miljard hiervan wordt gegenereerd in West-Vlaanderen. Vooral de voedingsmiddelenindustrie (67%) en de groothandel (23%) zijn voor deze omzet verantwoordelijk.
Investeringen
In 2016 werd er voor €1,3 miljard geïnvesteerd in het Vlaamse agribusinesscomplex. 40% hiervan vond plaats in West-Vlaanderen. In alle provincies werd er vooral geïnvesteerd in de voedingsmiddelenindustrie.
Het volledige rapport vind je hier.