Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Koppert column: spoelmonsters - determinatie trips

Cowboystories over spoelmonsters

Bij Koppert geven wij de voorkeur aan spoelmonsters boven visueel bekijken van planten of bloemtakken in de kas. Het verzamelen, verpakken, vervoeren, spoelen en verwerken van de monsters vraagt een zekere inspanning van onze klanten, distributeurs en natuurlijk van enkele medewerkers van Koppert. Alles bij elkaar kost dat meer tijd en inspanning dan ter plaatse tellen. Daar is een goede reden voor: het levert namelijk zeer betrouwbare info op over het aantal roofmijten èn trips.

Wanneer is een gewasmonster een goed gewasmonster? Ellen Klein, sierteeltconsultant bij Koppert Biological Systems, geeft het antwoord in onderstaande column.

Een monster moet representatief zijn, dus verspreid uit het vak en voldoende planten of takken bevatten. Uit onderzoek door andere leveranciers en onafhankelijk onderzoek is gebleken dat het spoelen van een gewasmonster altijd een hoger aantal roofmijten en trips oplevert dan `droog` tellen. De uitkomst van een spoelmonster zit dicht bij het echte aantal roofmijten in het gewas. Bovendien laat trips zich wel spoelen maar niet zien in het gewas. Hierdoor weten onze klanten precies waar ze aan toe zijn met trips en roofmijten.

Doordat twee gespecialiseerde en ervaren collega's alle monsters behandelen, worden alle monsters op precies dezelfde manier geteld. Een monster uit Limburg wordt hetzelfde geteld als die uit Noord-Holland. Hierdoor zijn de resultaten goed met elkaar te vergelijken en kunnen wij deze betrouwbare informatie delen met onze klanten.

Sinds de zomer van 2017 determineren we trips uit de spoelmonsters. Tegen onze verwachting in blijken er minstens 17 verschillende tripsoorten aanwezig in de sierteelt. Reden genoeg om dit in 2018 voort te zetten. Soms determineren we de roofmijten, want in meerjarige teelten zien we soms gemengde populaties van roofmijten. Dit kunnen we goed benutten bij onze advisering.

Het is een cowboystory dat levende en dode roofmijten niet te onderscheiden zijn. In een gewas vind je alleen dode roofmijten als ze met een middel zijn bespoten wat niet in een geïntegreerd systeem past. De vorm, glans en kleur is dan anders en dat is in een spoelmonster ook zo. Echt niet ingewikkeld.

Afgelopen jaar hebben de spoelmonsters hun waarde bewezen voor ons en onze klanten. Niet alleen het resultaat van elk monster afzonderlijk, maar ook het verloop in het jaar. Jaarrond veel roofmijten en steeds minder trips. Al een paar weken nul. En dat weten we zeker.

Auteur: Ellen Klein - sierteeltconsultant


Voor meer informatie:
Koppert Biological Systems
Veilingweg 14
2651 BE Berkel en Rodenrijs
Tel: 010-5140444
Fax: 010-5115203
www.koppert.com
Publicatiedatum: