Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
John Hoogeboom kijkt terug op zijn lange carrière:

"Tempo van innovaties in tuinbouwsector is fenomenaal"

Als er een man is die de evolutie van kassentechnologie en -apparatuur met eigen ogen heeft gezien, dan is het John Hoogeboom wel. De Nederlander stond aan de wieg van veel nieuwe kastechnologieën in de Verenigde Staten. Inmiddels is hij 75 en hoopt hij binnenkort met pensioen te gaan, maar niet voordat hij zijn verhaal met ons heeft gedeeld. 

John woont en werkt nu al meer dan 35 jaar in de VS. Binnen de sector zullen veel mensen hem kennen van zijn huidige rol bij Amerikaanse kassenbouwer Rough Brothers, waar hij sinds 2003 werkzaam is. De veteranen binnen de sector zullen John Hoogeboom echter kennen als een pionier met een langlopende carrière in de internationale tuinbouw. 

Hoogeboom werd geboren in Friesland en startte zijn carrière als projectmanager bij een Nederlands installatiebedrijf. Ook werkte hij een tijdje in Australië en eenmaal terug in Nederland werd hij door een leverancier van kasapparatuur gevraagd om de mogelijkheden op de Engelse markt te bekijken. Hoewel ik de Engelse taal sprak, wist ik destijds weinig over de tuinbouwsector. Nadat ik een jaar bij verschillende Nederlandse tuinbouwbedrijven had gewerkt om voldoende kennis op te doen, ging ik de mogelijkheden voor Van Vliet Pijnacker op de Engelse markt bekijken, nu beter bekend als HortiMaX."

John herinnert zich dat kastechnologie destijds nog in de kinderschoenen stond. Hij was getuige van de introductie van de eerste steenwol, energieschermen en irrigatie units. "In die tijd geloofde niemand in deze technologie, velen vonden dit onzin. Maar na de Oliecrisis van 1973 werd energie efficiëntie steeds ook voor kastelers steeds belangrijker. De energiekosten namen met 300% toe en hier moest iets aan gedaan worden. Hierna werden dan ook veel nieuwe technologieën ontwikkeld. Ik herinner me bijvoorbeeld dat ik heb meegewerkt aan de ontwikkeling van een van de eerste energieschermen in het Verenigd Koninkrijk. Tijdens die eerste jaren heb ik heel wat kilometers door het land gereden om onze systemen en oplossingen te presenteren." 



Naast zijn werk in het VK begon John ook mee te werken aan projecten in andere landen, waaronder Rusland, Griekenland en Ierland. "In deze tijd kwam ik ook regelmatig in de Verenigde Staten." In 1982 verhuisde hij naar de VS om de markt daar te onderzoeken voor Van Vliet. "Na vijf jaar kwamen we echter tot de conclusie dat zowel de markt als het bedrijf niet klaar waren voor de VS. We zouden daar wel apparatuur kunnen verkopen en installeren, maar het onderhouden van de controlesystemen was lastiger. Destijds hadden we nog geen computers of internet."

Toch besloot John in de VS te blijven. "Mijn kinderen waren in de VS opgegroeid en waren gewend aan de taal en de gebruiken. Daarom besloten we permanent in de VS te blijven." Van 1987 tot 1995 werkte John als algemeen directeur bij het kassenbouw bedrijf Van Wingerden in Horse Shoe, Noord Carolina. In 1995 richtte hij uiteindelijk een eigen bedrijf op, waarmee waarmee hij telers en investeerders van innovatieve groeisystemen voorzag. "Samen met mijn vrouw ben ik bij interessante projecten betrokken geweest. Veel van deze projecten richtten zich op de teelt in Mexico. Ik heb bijvoorbeeld een systeem ontworpen die het mogelijk maakt om in het lokale klimaat te telen. In die tijd begonnen klimaatcontrole, scherminstallaties en irrigatiesystemen steeds belangrijker te worden in de kas. Projecten werden steeds geavanceerder en innovatiever," zegt John, die ook een tijd directeur van de National Greenhouse Manufacturing Association (NGMA) is geweest.

John genoot van de onafhankelijkheid die hij had als eigenaar van zijn eigen bedrijf en reisde door de hele VS, Mexico en Canada. Als zovelen was ook voor hem 11 september 2001 een keerpunt. "Ik herinner me die dag nog alsof het gisteren was. Die ochtend was ik op het vliegveld van Detroit. Opeens werden alle vluchten geannuleerd en kon ik niet meer naar huis. Het duurde 2,5 dag voordat ik uiteindelijk een auto kon huren zodat ik naar huis kon rijden." Vlak na 11 september kreeg John nog een klap te verwerken: hij kreeg de diagnose leukemie. Terwijl hij nog aan het herstellen was van deze ziekte, besloot hij zijn eigen bedrijf op te geven. "Ik besloot in 2003 een nieuwe uitdaging aan te gaan met Rough Brothers. Hier ben ik op dezelfde voet verder gegaan, gericht op kassen waar groenten geteeld worden." 



John legt uit dat Rough Brothers een prettige positie heeft op de Amerikaanse markt. "Ik houd me vooral bezig met kleine en middelgrote projecten. Deze projecten hebben vaak een speciale aanpak nodig en geen project is hetzelfde. Ik help potentiële klanten met het ontwerp van hun kas en de apparatuur en groeisystemen die daarvoor nodig zijn." 

Een van de projecten waar John werkzaam is, is bijvoorbeeld de Green City Growers kas in Cleveland, Ohio. De geavanceerde systemen, die hier gebruikt worden, illustreren de evolutie van de kassentechnologie. "Toen ik 45 jaar geleden in deze sector begon, waren er nog geen computers of automatische ventilatie, verwarming of irrigatie. Het tempo van innovaties in de tuinbouwsector is fenomenaal en niet gemakkelijk bij te houden." 

Een andere evolutie die John met eigen ogen heeft zien gebeuren is de toename van de grootte van bedrijven. "Ik kan me herinneren dat we de eerste vier hectare voor het Metrolina Greenhouse Company hebben gebouwd. Dit bedrijf heeft tegenwoordig meer dan 126 hectare. Tegenwoordig wordt een bedrijf dat acht hectare heeft gezien als klein, terwijl 45 jaar geleden een heel gezin van een teeltbedrijf van 30.000 m2 kon leven."

John hoopt eind dit jaar met pensioen te gaan. Hij is dan 76 jaar. "Het bedrijf is verschillende jonge ingenieurs aan het trainen die mij kunnen vervangen. In deze sector heb je echter ook veel ervaring nodig en dat leer je niet op school." 

John geeft toe dat hij de sector zal gaan missen. "Het is een groot deel van mijn leven geworden. Ik zal mijn klanten en leveranciers gaan missen. Veel van hen zijn goede vrienden geworden. Misschien is dat ook wel de reden dat ik niet al tien jaar geleden met pensioen ben gegaan." 
Publicatiedatum: