Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Cock & Marco van Overbeek, Gardener's Pride

"Ik ben niet zo gehecht aan de plaatselijke kerktoren"

Tholen - Het is tijd voor onze zomerstop! In de laatste editie proberen we jullie altijd te trakteren op wat mooie verhalen. En wat is nou mooier dan de realiteit van de tuinbouw doorspreken met een tuinder in hart en nieren? Daarom vandaag Cock van Overbeek over tomaten, ondernemen en de opvolging door zoon Marco.

Het is inmiddels alweer bijna vijftien jaar geleden dat Cock van Overbeek de Zuid-Hollandse tuinbouw achter zich liet. De uitbreidingsmogelijkheden in Rhoon waren eindig en in Friesland was er wel genoeg ruimte voor een nieuwe kwekerij. "We moesten toch verhuizen. Of je dan in Friesland terecht komt, in Huissen of in Steenbergen - die laatste 100 kilometer maakt dan ook niet meer uit", vindt hij. "Ik ben niet zo gehecht aan de plaatselijke kerktoren. Hier was de ruimte."


Cock met zoon Marco in de Friese kas

Van 5 naar 20 hectare
In 2003 werd de kas in Bitgum geopend. De kwekerij begon met 5 hectare - toen een behoorlijk areaal. Ook niet alledaags was de keuze voor cherrytomaten. Dat was toen nog een relatief nieuw product, maar in samenspraak met afnemer Bakker Barendrecht werd toch het complete areaal met de kleine tomaten volgezet. Inmiddels is Gardener's Pride uitgegroeid tot 20 hectare, verdeeld over 2 locaties. De kassen zijn geheel gevuld met cherry-, minipruim- en snacktomaten in allerlei kleuren. Die gaan nog steeds via Best of Four en Bakker Barendrecht naar de Albert Heijn. "We zijn met de vraag meegegroeid", verklaart Cock. "De vraag naar de cherrytomaten is in de loop der jaren toegenomen. Het is inmiddels een bekend product en die zal niet meer verdwijnen. Tegelijkertijd en er is vraag bijgekomen naar meer kleine varianten. We hebben diverse kleuren staan en telen tomaten los en aan de tros. De Rivolo verkopen we los en als snack, Juanita aan de tak."

De hele productie wordt verpakt op locatie en verkocht via Best of Four aan Bakker Barendrecht, die levert aan Albert Heijn. Als je relatie met je afnemer zo sterk is, zit er dan nog uitdaging in je werk? Of ben je meer in loondienst dan dat je onderneemt? "De uitdagingen binnen het bedrijf zijn er altijd nog. Bovendien lukte het mede dankzij de samenwerking met Best of Four en Bakker Barendrecht ook om in mindere periodes uit te breiden en als een van de eerste bedrijven in Nederland belichting voor de jaarrond teelt te installeren op vraag van Albert Heijn. De samenwerking bevalt ons gewoon heel goed. Als ik kijk naar de marktontwikkelingen, verwacht ik dat de grote handelshuizen in de toekomst over zullen blijven", vindt Cock.


Spic en span voor Kom in de Kas afgelopen jaar

Toekomst
Ook qua bedrijfsvoering liggen er volgens Cock nog meer dan genoeg uitdagingen. "Ik kom oorspronkelijk van een gemengd bedrijf. We teelden in Rhoon op 7000m2. Toen we uiteindelijk besloten om de hele kas vol te zetten met cherrytomaten, dacht mijn vader dat we gek geworden waren. Hij vond dat we niet op 1 paard moesten wedden. Hetzelfde geldt voor de substraatteelt – die midden jaren '80 opkwam. We zijn meegegroeid met de tuinbouw en de tuinbouw met ons. En nu – nu hebben we de Juanita, Sunstream, Rivolo, Angelle, Sassari, Sweetelle en de kleurtjes. Ze gaan weg in diverse verpakkingen en kisten. We zijn alsnog een gemengd bedrijf geworden. Voor ons zit de uitdaging erin om dat steeds elke keer te blijven verbeteren. We zoeken naar alternatieven, naar noviteiten en verbeteringen. In de producten en ook in de teelt."

Een van de grote pijnpunten voor de Westlandse tuinbouw is het vinden van genoeg kundig personeel. Hoe zit dat in Friesland? Aan scholieren heeft Gardener's Pride geen gebrek. "En hier komen ze nog op de fiets", lacht Cock. "In Rhoon zagen we er meer en meer met de auto komen." In deze weken is het bedrijf natuurlijk vol in productie. "Maar ook in de winter hebben we ze nodig. Doordat we ze jaarrond aan de gang kunnen houden, hebben we nu niet veel extra personeel nodig." Hij merkt wel dat de kennis over de tuinbouw in het gebied veel minder is. "Zeker in het begin hebben we een aantal werknemers meegenomen naar het Westland. En nu nog steeds moet je vaak opnieuw beginnen. Dat is wel anders hier."

Ondernemen gaat niet alleen om goede ideeën hebben en de baas kunnen spelen. Ondernemen gaat ook om kunnen omgaan met tegenslag. Daar weten ze bij Gardener's Pride alles van. In februari 2016 brak er brand uit in het bedrijf en werd de gloednieuwe technische ruimte flink beschadigd. Toch is dat volgens Cock niet de grootste tegenslag die hij als ondernemer gehad heeft. "Zeker niet. De brand brak 's ochtends vroeg uit en we waren er snel bij. De planten bleven goed en vier dagen later konden we weer oogsten. Alles is goedgekeurd." Dat was wel anders bij de windhoos die het bedrijf vorig jaar trof. "In oktober, net toen we geplant hadden. Er waren 700 ramen stuk en we hebben moeten ruimen. Dan kom je aan de planten – dat levert toch wel meer stress op."

Toekomst
Het direct contact met de afnemer, de focus op 1 product, de keuze voor schaalvergroting, voor belichting en voor specialties – Gardener's Pride loopt vaak voorop. Waar houdt Cock voor de toekomst rekening mee? Hij wijst naar zijn zoon Marco. Hij is inmiddels op een eigen huurtuin aan de slag en is van plan later het bedrijf van zijn vader over te nemen. "Duurzaamheid", zegt hij zonder aarzelen. "Dat blijft doorontwikkelen. Het speelt ook een belangrijke rol in de samenwerking met je afnemer. Ik denk dat die alleen maar nauwer wordt en dat je afnemers alleen maar meer transparantie van je verwachten. Je ziet de aandacht voor het teeltbedrijf ook groeien bij de afnemers. Er staan telers op de verpakkingen en ze komen langs op het bedrijf. Telers zijn marketeers geworden. Je moet je continu blijven verbeteren." Het bedrijf is al bezig met dubbele schermen, nieuwe teeltsystemen, ventilation jets – maar daar houdt het niet op. Er vindt nu een proef plaats voor een meer biologische teelt. Op twee hectare wordt geteeld op substraat, maar wel met composteerbaar touw en volgens biologische richtlijnen. "Kwalitatief gaat het goed en de opbrengst is stabiel. Alleen de kosten zijn hoger."


Op 2 hectare groeien de planten op een organisch substraat, worden plantversterkers ingezet, wordt gewerkt met biologisch afbreekbaar touw en is er nog meer focus op de geïntegreerde teelt.


Internationale tuinbouw
Naast de proeven op het bedrijf is Marco ook druk met de internationale tuinbouw. Drie jaar geleden is een groep Chinezen komen kijken bij de bouw van een nieuwe kas. Inmiddels begeleidt hij de Chinezen met de bouw van het bedrijf. "12 hectare", vertelt hij. "Ik ben er in december geweest en de medewerkers van daar hebben hier ook drie maanden stage gelopen." In de zomer, als er geplant wordt, gaat hij die kant weer op. "Je hoort veel vooroordelen over de Chinese teelt, maar daar spreken ze perfect Engels en weten ze echt wel wat ze aan het doen zijn. Dat is heel leuk om te doen." Bovendien weet je natuurlijk nooit wat de toekomst brengt. "Qua samenwerking misschien? Je weet het nooit."

Volg Gardener's Pride op Facebook voor de laatste ontwikkelingen over de teelt en het bedrijf.