Het Britse tuinbouwbeleid na Brexit
Op basis van de campagnebeloftes van de politieke partijen en de ambities van de sectororganisaties, ligt het in de lijn der verwachting dat een toekomstig nationaal landbouwbeleid op hoofdlijnen wordt gekenmerkt door een meer gericht subsidiesysteem met een focus op agromilieumaatregelen en aandacht voor het midden- en kleinbedrijf. Risicomanagement zal ook een belangrijk onderdeel worden van het nieuwe beleid.
Voorts zal het nieuwe beleid naar verwachting op hoofdlijnen toegesneden worden op het verhogen van de eigen productiviteit en op de hoge ambities op het vlak van dierenwelzijn en dier- en plantgezondheid. De Britse regering belooft na het uittreden uit de EU de hoge milieu- en dierenwelzijnsstandaarden handhaven, zodat consumenten geen lage kwaliteit hoeven te kopen, investerende boeren zekerheid krijgen en de Britse export zijn reputatie behoudt.
Belangrijk voor de productiviteit is toegang tot een voldoende aantal arbeidskrachten. Met Brexit in zicht komen minder en minder seizoenswerkers uit de EU naar het Verenigd Koninkrijk om bijvoorbeeld fruit te plukken. De regering heeft nog geen besluit genomen over een eventueel Seasonal Agricultural Workers Scheme; bovendien hangt veel af van de bredere Brexit-onderhandelingen over de verblijfsstatus van EU-inwoners in het Verenigd Koninkrijk.
De nieuwe regering belooft in haar beleidsprogramma stabiele overheidssteun voor telers tot het einde van deze parlementaire termijn. Dat is vijf jaar als het kabinet de rit uitzit. Maar landbouwminister Eustice wil niet uitsluiten dat er onder de boeren zowel 'winners' als 'losers' zullen zijn. Zo komt er mogelijk een plafond voor individuele subsidiebedragen.
Hoe het nieuwe Britse tuinbouwbeleid er op termijn in detail uitziet, is nog met veel onzekerheid omgeven. Nieuwe handelsafspraken, maar ook de nationale financiƫn en economisch beleid zullen een zware stempel drukken. De regering is voornemens dit najaar te beginnen met een consultatie voor de nieuwe landbouwwet die van kracht zou moeten worden na het uittreden uit de EU. De regering verwacht dat een transitieperiode nodig is die waarschijnlijk tussen 2022 en 2025 kan worden afgerond. Een nieuw programma voor agromilieubeheer zou al in 2022 zijn intrede kunnen doen.
Bron: Agroberichten Buitenland