In West-Europa zijn er zorgen over het gebruik van kokosvezelsubstraat in de aardbeienteelt. Volgens bronnen hebben vooral telers in Belgiƫ problemen met de kwaliteit van het fruit, waarschijnlijk door het extreme weer en de snelle groei van de aardbeien in augustus/september. Bovendien heerst het vermoeden dat door het gebruik van grondwater in plaats van regenwater de kwaliteit van het fruit ook achteruit is gegaan.
Omdat er te weinig regenwater beschikbaar was, moesten veel telers overschakelen op grondwater. Dit grondwater was niet alleen van slechte kwaliteit, maar bevatte ook een hoog gehalte silicium. Telers zeggen dat het gebruik van regenwater problemen opleverde in combinatie met het gebruik van sommige kokosvezelsubstraten. De waarschijnlijke reden hiervoor is dat het substraat veel jonge kokosvezel bevatte en dat dit jonge vezel nog niet geschikt is om mee te bufferen.
Een anonieme substraat leverancier vertelt dat jonge kokosvezel soms inderdaad op de markt kan komen wanneer er een tekort aan goede kokosvezel is. "Er is een enorme vraag naar deze producten en dit kunnen producenten niet altijd bijbenen. Sommige producenten hebben gewoonweg niet de capaciteit en tijd om hun kokosvezel te bufferen en te wassen. En daar gaat het fout."
De leverancier van de kokosvezel zegt echter dat zijn bedrijf er altijd voor zorgt dat materiaal dat jonger dan zes maanden is niet in substraat wordt gebruikt. "Wij hebben een vast productieschema dat bepaalt wanneer de kokosvezel wordt gebufferd en gewassen. Het materiaal kan dan wat natter zijn, maar niets van ons materiaal kan de fabriek te vroeg verlaten. Als er vraag is naar kokosvezel, terwijl deze niet meer op voorraad is, geven we absoluut geen jong materiaal mee. Sommige leveranciers zijn echter bang om een bestelling te missen en gebruiken daarom maar jonge kokosvezel in hun producten of mixen dit met andere producten. Dit creƫert grote problemen voor de kwaliteit van de producten van de telers en geeft kokossubstraat een slechte naam."