Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Witte vlieg haalt neus op voor 'stinktomaat'

Hoe kun je ervoor zorgen dat een tomatenplant een geur produceert die voor schadelijke insecten onaantrekkelijk is? Dat klinkt misschien onmogelijk, maar het kan echt. Het gebeurt ook écht: hoogleraar Plantenfysiologie Michel Haring is er zelfs dagelijks mee bezig. En met succes.

Plantenfysiologie
"Plantenfysiologie is een lastig woord. Kort gezegd richt ik me vooral op de communicatie tussen planten en de communicatie tussen planten en insecten. Ik ben van jongs af aan al geïnteresseerd in planten en de processen die zich in de plant afspelen: hoe planten reageren op hun omgeving en hoe ze gevaarlijke situaties kunnen overleven - hoe doet een plant dat? Om daarachter te komen moet je er volledig induiken, tot de cellen en de moleculen aan toe. Bijvoorbeeld: een plant heeft geen neus, maar kan toch 'ruiken'. Waar in die plant zit dat waarnemingsvermogen? Vaak is het genetisch onderzoek wat we doen. Samen met vier andere hoogleraren en vele collega's werk ik hieraan op Science Park bij de Universiteit van Amsterdam."

Geurstoffen
"Ik houd me veel bezig met geurstoffen. Geurstoffen kunnen een signaal zijn voor insecten om van een bepaalde plant weg te blijven of juist om er naartoe te gaan, bijvoorbeeld om ervan te eten. Ze gebruiken geur dus als oriëntatiemiddel. Met deze wetenschap proberen we een omgekeerde formule toe te passen: als een plant een bepaalde afwerende geur heeft, dan blijven insecten ervan weg. Hierdoor kunnen we planten die wij als voedsel verbouwen dus beter weerbaar maken tegen schadelijke insecten, zonder bestrijdingsmiddelen en daarmee een bijdrage leveren aan het verduurzamen van deze teelt. We halen daarbij veel informatie uit de natuur. De wilde planten hebben hun eigen afweersysteem vaak goed geregeld."

Afgeleerd en weer aangeleerd
"Na eeuwen van veredeling blijken gecultiveerde planten vaak een heel aantal eigenschappen verloren te zijn. Als je kunt achterhalen welke eigenschappen de plant is kwijtgeraakt in vergelijking met zijn wilde voorgangers, dan kun je deze kennis gebruiken om de plant weerbaar te maken. De toepasbaarheid van dit soort onderzoek is groot en het levert al mooie praktijkresultaten op. Zo heeft de Universiteit van Amsterdam in het verleden de wetenschappelijke basis geleverd voor het inzetten van roofinsecten tegen schadelijke insecten en daarmee een bijdrage geleverd aan duurzame, biologische bestrijding."

Tomaten en de witte vlieg
"De witte vlieg is een insect dat veel schade kan toebrengen aan tomatenplanten. Hier in Nederland kweken we tomaten vooral in dichte kassen, maar in Zuid-Europa worden vaak half open kassen gebruikt en daar heeft de witte vlieg vrij spel. Uit onderzoek blijkt dat sommige wilde tomatenplanten zo onaangenaam ruiken dat de witte vlieg er niets van moet hebben. Wij mensen ruiken dat verschil niet. Als we ervoor kunnen zorgen dat die witte vlieg uit de buurt van de plant blijft, hoeven er minder chemische bestrijdingsmiddelen te worden ingezet. Het beste zou zijn als we uiteindelijk drie verschillende soorten van afweersystemen in één plant kunnen combineren door veredeling. Als je er slechts één systeem zou gebruiken, dan bestaat de kans dat de witte vlieg snel resistent wordt. Met een combinatie van drie is dat risico zeer beperkt, dan heeft die witte vlieg het nakijken."

Eerste resultaten duren het langst
"Als een van de zes kennisinstellingen staan we binnen project EVERGREEN vooral in dienst van de ondernemers en de bedrijven. We werken bijvoorbeeld ook samen met Proeftuin Zwaagdijk als het gaat om vragen over groenbemesting bij de biologisch tulpenteelt: zij nemen onder andere monsters van de bodem waar groenbemesting wordt gebruikt om de kwaliteit van die bodem te meten, voor en na de behandeling. Dit zijn onderzoeken waar we proberen de samenstelling van het bodemleven in detail te ontleden. Voor de eerste echte resultaten in pionier projecten heb je vaak wel vijf tot tien jaar nodig. Daarna is het een kwestie van vervolgonderzoek, dat tijdspad is wat korter omdat je alle benodigde basisinformatie dan al hebt."

De regio in
"Via de greenport trekken wij als onderzoekers meer de regio in en andersom: ondernemers weten ons ook beter te vinden. Hiervoor hebben we samen met GreenPort NHN, Clusius college en diverse andere partijen vorig jaar de Amsterdam Green Campus opgericht. Het is een platform en een plek om kennis te brengen daar waar het nodig is en verbind alle niveaus in het groene onderwijs. Zo kunnen we optimaal onderwijs bieden op alle niveaus en ondernemers echt verder helpen. Ik geef bijvoorbeeld regelmatig een gastcollege, zowel voor MBO scholieren van het Clusius college als voor ondernemers op de AgriTech Campus: samen kunnen we het verschil maken in een leven lang leren.

"We nodigen ook regelmatig ondernemers en bedrijven uit voor een bezoek aan Amsterdam Science Park om te laten zien wat wij doen aan onderzoek en wat we kunnen betekenen. Een paar jaar geleden was hier nog nauwelijks sprake van, maar inmiddels leren we elkaar steeds beter kennen. Het project EVERGREEN geeft ons en de bedrijven de ruimte om met enkele concrete projecten ervaring op te doen met deze samenwerking."

Bron: Greenport NHN
Publicatiedatum: