Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Te lage sectorpremie? 40.000 euro boete!

Een ondernemer stelde Poolse uitzendkrachten ter beschikking aan bedrijven in vooral de glastuinbouw. Het uitzendbureau kreeg na de belastingcontrole een naheffingsaanslag van 385.418 euro plus een vergrijpboete van 40.000 euro. Terecht? Lees meer over deze zaak en de uitspraak van de rechter.

Volgens de belastinginspecteur had het uitzendbureau een onjuiste sectorpremie toegepast voor de premiepercentages. Namelijk die van 'agrarisch bedrijf'. Terwijl de inspecteur 'uitzendbedrijven' van toepassing vond. Want de arbeidscontracten van de uitzendkrachten voldeden niet aan de criteria voor de lage sectorpremie. Ook was er steeds sprake van korte seizoensarbeid, waarna werknemers voor langere tijd terugkeerden naar Polen - en vaak niet eens terugkwamen naar Nederland.

Uitspraak Rechtbank Zeeland/West-Brabant
De rechtbank Zeeland/West-Brabant stelde de inspecteur in het gelijk. De arbeidscontracten voldeden niet aan de criteria van artikel 2.3, lid 2, Besluit Wet financiering sociale verzekeringen. De omvang van de arbeid was niet helder vastgelegd. De contracten boden de mogelijkheid van perioden mét en perioden zónder werk. Ook was niet uitgesloten dat er überhaupt geen werk werd geboden. Volgens de rechtbank bestond het risico op cyclische werkloosheid, waarvoor de hoge sectorpremie juist was bedoeld.

Beroep van het uitzendbureau
De rechtbank handhaafde ook de boete, omdat er sprake was van voorwaardelijk opzet. Het uitzendbureau had op de zitting verklaard dat altijd al duidelijk was dat de overeenkomsten met de uitzendkrachten geen 12 maanden looptijd hadden. De uitzendkrachten waren helemaal niet bereid om 12 maanden in Nederland te werken. Door toch het lage percentage sectorpremie toe te passen, had het uitzendbureau de kans aanvaard dat er te weinig premies werknemersverzekeringen zouden worden betaald. De rechtbank verklaarde het beroep van het uitzendbureau ongegrond.

Indeling in de juiste sector?
De indeling in de juiste sector is niet zo simpel als het lijkt. Deze uitspraak is een waarschuwing. Voor een uitzendbureau geldt de sector Uitzendbedrijven. Maar als een uitzendbureau voor meer dan 50 procent in één branche detacheert, mag de sectorindeling van die branche worden toegepast. Ook moeten de arbeidscontracten aan voorwaarden voldoen, om van deze regeling gebruik te maken. Zo moeten de werknemers een contract hebben van ten minste 1 jaar.

Daarnaast geldt deze uitzondering alleen voor bepaalde branches. Voldoen de arbeidscontracten niet, dan valt de werkgever terug in de hoofdregel. De sector Uitzendbedrijven is dan weer van toepassing. De werkgever in deze casus kon niet aantonen dat het ging om arbeidscontracten van ten minste 1 jaar.

Essentieel: de hoge boete
Essentieel in deze zaak was ook de hoge boete. Het uitzendbureau was volgens de rechter duidelijk op de hoogte van deze regels. Ze wisten dat het niet ging om arbeidscontracten langer dan 1 jaar. Het bureau had dus bewust een risico genomen door toch de sectorpremie toe te passen voor Agrarisch bedrijf.

Voor meer informatie:
Flynth adviseurs en accountants
arbeidszaken@flynth.nl
088 236 73 50
www.flynth.nl
Publicatiedatum: