Nieuwe methoden in plantversterking tegen ondergrondse ziekten en plagen
Door het gebruik van bacteriën uit de plant of teelt substraat is de kans groter dat antagonisten succesvol ingezet kunnen worden. Bacteriën werden in vitro getoetst tegen Pythium ultimum uit chrysant, tegen het wortelknobbelaaltje Meloidogyne incognita en tegen de schadelijke bacterie Rhizobium rhizogenes uit tomaat en tegen Fusarium solani en F. oxysporum uit Amaryllis. Vervolgens werden antagonisten van Pythium en Meloidogyne getoetst in potproeven met grond afkomstig van de glastuinbouwbedrijven. Alle isolaten verminderde de bruin-verkleuring symptomen van Pythium in de stengel van chrysant. Alcaligenues sp., Bacillus sp. en twee niet-geïdentificeerde soorten gaven een onderdrukking van de wortelschade van Meloidogyne spp. terwijl Alcaligenues sp. en Bacillus sp. ook een vermindering gaf van het aantal nakomelingen.
De inzet van lokaal micro-leven tegen ziekten en plagen biedt een duurzame-, en nieuwe oplossing voor de verkleining van het beschikbare middelenpakket. Uit de studie blijkt dat Proteïnase remmer 2 (PINII), Glucanase (LeGluB) en Chitinase (LeChi3) gebruikt kunnen worden als merkers in tomaat voor onderzoek naar het effect van antagonisten en endofieten op de plantafweer.
Download hier het onderzoeksrapport.