Het congres werd geopend door dr. Hanns-Christoph Eiden, voorzitter van het 'Bundesanstalt für Landwirtschaft und Ernährung' (BLW). Hij benadrukte het belang van een open, constructieve uitwisseling tussen controleurs en handelaren evenals tussen leveringslanden en ontvangstlanden.
De eerste congresdag was helemaal aan appelen gewijd en begon met een blik op de rassenkeuring voor de Noord-Duitse teelt. Dr. Karsten Klopp, directeur van het fruitteeltcentrum Jork, maakte aanschouwelijk hoeveel moeite er gedaan wordt om voor een standplaats het meest geschikte appelras te vinden die tegelijkertijd ook nog aan de wensen van de consument tegemoet komt.
Nieuw in het assortiment – in het bijzonder bij de biologische telers – is het ras SQ 159 (merk Natyra). Deze kenmerkt zich door een verfijnd aroma en een goede knapperigheid en sappigheid. PREMA96 (merk Rockit) is de nieuwe ster in de snackcategorie en maakt niet alleen indruk dankzij haar kleine formaat en zoetheid, maar ook met haar verpakking.
Uien
De tweede dag stond in het teken van uien. Dr. Peter Grauert van Concepa sprak over 175 uien telende landen en een wereldproductie van 46,7 miljoen ton, waarbij 65% van de productie door slechts acht landen geteeld wordt. Maar slechts 8% van deze productie wordt wereldwijd verhandeld, vooral door Nederland, Nieuw-Zeeland en Australië.
Knoflook
Wereldwijd produceert men circa 24,9 miljoen ton knoflook, waarvan 80 procent in China. De Duitse markt wordt overwegend met Spaanse en Chinese waren verzorgd. Reden genoeg om twee deskundigen te vragen om over de teelt in deze landen te vertellen. Oscar Requeña van Allium Prodiber nam de deelnemers mee op een reis van de productie van knoflook, het planten en de ontwikkeling van de eerste tenen tot aan de oogst, verwerking en verkoop. Daarbij werden de economische aspecten van de afzonderlijke teeltmaatregelen net zo zeer belicht als de invloed hiervan op de kwaliteit van de knoflook.