Projecten lopen vaak vertraging op door gebrek aan financiële middelen, bureaucratie of andere onverwachte obstakels. Maar een kasproject op de Britse Maagdeneilanden van een paar miljoen dollar spant de kroon. In de afgelopen tien jaar heeft het enorme Paraquita Bay kasproject meer nieuws en discussie dan gewassen opgeleverd.
Het project dateert uit 2008 toen een groep Spaanse bedrijven onder de naam International Business Trade (IBT) en een kassenbouwer vertegenwoordigers van de ministeries van Landbouw en Natuurlijke Hulpbronnen van de Britse Maagdeneilanden hielpen om de mogelijkheden voor bedekte teelt in kaart te brengen. Een delegatie bezocht een aantal glastuinbouwbedrijven in de Dominicaanse Republiek om de techniek en mogelijke gewassen te bespreken. De minister, Omdar Hodge, sprak toen de verwachting uit dat de glastuinbouw de derde pijler van de economie van de Maagdeneilanden zou worden.
En die moest onmiddellijk worden gerealiseerd. De lokale overheid was zo onder de indruk van de mogelijkheden dat ze IBT een contract gaven voor de ontwikkeling en bouw van drie grote kassen op Tortola bij Paraquita Bay ter waarde van $5,4 miljoen. IBT en de kassenbouwer begonnen direct aan het project maar toen de kassen er stonden, werd het stil. Zo stil dat er in feite nooit gewassen in de kassen zijn geplaatst. Het is niet helemaal duidelijk waarom, maar het lijkt met de laatste termijnbetaling van het project te maken te hebben. De overheid zou laat zijn geweest met de uitbetaling van de laatste 1,26 miljoen dollar.
De leegstaande kassen op Tortola, het grootste eiland van de Britse Maagdeneilanden. Foto met dank aan bvinews.com
Het onvoltooide kasproject bleef een aantal jaren akelig leeg. In 2014 bespraken de partijen de mogelijkheden dat IBT, als onderdeel van een nieuw contract, na voltooiing van de kassen eigenaar van een van de drie kassen zou worden. De tweede zou aan lokale telers worden gegeven en de derde zou aan particuliere bedrijven worden verhuurd. IBT ging akkoord als de overheid het resterende bedrag van $1,26 mln zou voldoen.
Ze geschiedde. Althans, volgens de nieuwe regering onder de Nationale Democratische Partij. Ze betaalden in december 2014 en hoopten tegen eind 2015 met de groentenproductie te beginnen. IBT voerde op verzoek een technische audit uit van de leegstaande kassen, die ze verklaarden in uitstekende conditie te verkeren, evenals het elektrische systeem, dat echter nog op het elektriciteitsnet moest worden aangesloten.
Maar in december 2015 waren er nog geen gewassen in de kassen. En eind 2016 waren ze er ook nog niet. De regering had blijkbaar de kosten over het hoofd gezien van het aanschaffen van uitgangsmateriaal en allerlei andere benodigdheden zoals substraten, zaden, bindtouw en machines. Daarom zijn ze sinds vorig jaar op zoek naar nog eens $1,5 miljoen opstartfinanciering. De Deutsche Bank zegde in principe deze lening toe.
Tot deze week, toen bleek dat de bank het kassenfonds heeft opgeschort omdat volgens de regering het nodig zou zijn voor een openstaande betaling van $1,5 miljoen aan IBT. De regering kan niet verder met het project zolang dit niet is voldaan. Ondertussen moet volgens bepaalde ambtenaren het plastic dak van de drie kassen worden vervangen. Nu er al $6 miljoen aan het project is besteed, hebben ze geluk dat hier geen nieuwe aankopen voor moeten worden gedaan. Volgens de ambtenaren zou de dakbedekking kunnen worden vervangen met materiaal dat was bedoeld voor de kassen die op Virgin Gorda worden gebouwd.
We vragen ons af wat de staat is van het project op Virgin Gorda.